Traduction de «einde de niet-objectiveerbare verschillen » (Néerlandais → Allemand) :

1. erkent dat de werkloosheid in de EU in 2013 de hoogste stand heeft bereikt en dat de algemene economische situatie zeer moeilijk blijft; stelt vast dat er volgens de cijfers van de Commissie van voorjaar 2014 sprake was van een toename van de werkloosheid van 11,3 % eind 2012 naar 12,1 % in het derde kwartaal van 2013; wijst daarnaast met grote bezorgdheid op de situatie in de eurozone, waar de werkloosheid is toegenomen van een reeds stevige 11,3 % eind 2012 naar ongeveer 11,9 % eind 2013, met de mogelijkheid dat ze in 2014 op het hoge niveau van 11,8 % zal blijven; benadrukt dat de verschillen tussen de algemene en de jeugdwerkloosheidspercentages van de lidstaten een groot risico vormen voor zowel de economische stabiliteit van de EU, als voor de Europese sociale samenhang; benadrukt dat de Commissie in haar mededeling van 2 juni 2014 getiteld "Europees semester 2014: landenspecifieke aanbevelingen - Inzetten op groei" (COM(2014)0400) heeft erkend dat "het hoge werkloosheidsniveau en de sociale ontwrichting het menselijk en sociaal kapitaal van Europa ondermijnen, en om doortastende maatregelen door de jaren heen vragen"; wijst erop dat het niet nemen van maatregelen en het verzuimen een positief klimaat voor investeringen en groei tot stand te brengen tot een alomvattende recessie kan leiden;
1. stellt fest, dass die Arbeitslosenquoten in der EU im Jahr 2013 ihren höchsten Stand erreichten und dass die allgemeine wirtschaftliche Lage sehr angespannt bleibt; stellt fest, dass es laut der Frühjahrsprognose 2014 der Kommission einen Anstieg der Arbeitslosigkeit von 11,3 % Ende 2012 auf 12,1 % im dritten Quartal 2013 gab; ist tief besorgt angesichts der Lage im Euroraum, in dem die Arbeitslosigkeit von bitteren 11,3 % Ende 2012 auf etwa 11,9 % Ende 2013 angestiegen ist und 2014 wahrscheinlich auf dem hohen Stand von 11, 8% verharren wird; betont, dass die Unterschiede zwischen den Arbeitslosen- und Jugendarbeitslosenquoten der Mitgliedstaaten ein großes Risiko für die wirtschaftliche Stabilität der EU und den sozialen Zusammenhalt in der EU darstellen; hebt hervor, dass die Kommission in ihrer Mitteilung vom 2. Juni 2014 mit dem Titel „Europäisches Semester: Länderspezifische Empfehlungen – Wachstum schaffen“ (COM(2014)400) darauf hingewiesen hat, dass „die hohe Arbeitslosigkeit und die sozialen Nöte Europas Human- und Sozialkapital schwächen und entschlossenes Handeln erfordern“; weist darauf hin, dass das Versäumnis, Maßnahmen zu ergreifen oder ein investitions- und wachstumsfreundlichen Umfelds zu schaffen, zu einer ausgedehnten Rezession führen kann;

5. is volledig voorstander van de op rechten gebaseerde benadering van de werkgelegenheid die de ontwerptekst van het verdrag en de aanbevelingen voorstaat; erkent het feit dat de nadruk wordt gelegd op het creëren van fatsoenlijk werk voor huishoudelijk personeel en steunt de definitie van huishoudelijk personeel die in het verdrag wordt gegeven; is er verheugd over dat duidelijk vermeld wordt dat iedere onder deze definitie vallende werknemer het recht heeft te worden behandeld op een wijze die strookt met de fundamentele arbeidsnormen, toegang tot sociale zekerheid, niet-discriminatie en gelijke behandeling bij het zoeken naar werk of na aanstelling, bescherming tegen misbruikpraktijken van arbeidsbureaus, recht op beroepsopleiding en loopbaanontwikkeling, bescherming van zijn gezondheid en veiligheid, moederschapsbescherming en bepalingen over werk- en rusttijden, bescherming tegen misbruik en pesterij, vrijheid van vereniging en vertegenwoordiging, collectief onderhandelen, collectieve actie en permanente educatie; steunt het feit dat in het verdrag gevraagd wordt een minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces vast te stellen en een einde te maken aan verschillen in beloning op grond van gender en etnische afkomst;
5. unterstützt uneingeschränkt den sich auf Rechte stützenden Ansatz für die Beschäftigung, der in dem Textentwurf des Übereinkommens und der Empfehlung verfolgt wird; erkennt an, dass der Schwerpunkt auf der Schaffung menschenwürdiger Arbeitsbedingungen für Hausangestellte liegt, und unterstützt die in dem Übereinkommen gewählte Begriffsbestimmung von Hausangestellten; begrüßt die Tatsache, dass in dem Übereinkommen eindeutig festgelegt ist, dass jeder Arbeitnehmer, der unter diese Begriffsbestimmung fällt, das Recht auf eine Behandlung hat, die im Einklang mit den Kernarbeitsnormen, der sozialen Sicherheit, der Nichtdiskriminierung und Gleichbehandlung während der Arbeitssuche oder während eines Beschäftigungsverhältnisses, dem Schutz gegen missbräuchliche Praktiken von Arbeitsvermittlungen, der Ausbildung und dem beruflichen Aufstieg, dem Gesundheitsschutz und der Sicherheit am Arbeitsplatz, dem Mutterschutz und den Regelungen über Arbeits- und Ruhezeiten, dem Schutz gegen Missbrauch und Belästigung, der Vereinigungs- und Vertretungsfreiheit, den Tarifverhandlungen und Kollektivmaßnahmen und dem lebenslangen Lernen steht; unterstützt, dass in dem Übereinkommen ein Mindestalter für die Zulassung zur Beschäftigung und die Beseitigung von Lohnunterschieden aufgrund des Geschlechts und der ethnischen Herkunft gefordert werden;

De val van het communisme betekent niet het einde van de verschillen, maar het betekent in deze betrekkingen het einde van de confrontatie.
Das Scheitern des Kommunismus bedeutet nicht das Ende aller Unterschiede, aber für unsere Beziehungen bedeutet es das Ende der Konfrontation.

5. wijst erop dat het Directoraat-generaal gezondheid en consumenten van de Commissie eind 2008 de resultaten bekend heeft gemaakt van twee studies over collectieve schadeacties in de lidstaten en eventuele hindernissen voor de interne markt die het gevolg zijn van verschillen tussen de wetgevingen van de lidstaten; wijst er ook op dat de Commissie eind 2008 een Groenboek heeft gepubliceerd over mogelijke opties voor het optreden van de Gemeenschap op het gebied van het consumentenbeschermingsrecht en dat zij een ander beleidsdocument heeft aangekondigd voor 2009; beklemtoont dat maatregelen op communautair niveau niet tot een willekeurige en onnodige versplintering van het nationale procesrecht mogen leiden en dat daarom zorgvuldig overwogen moet worden of en in hoeverre moet worden gekozen voor een horizontale of geïntegreerde aanpak om buitengerechtelijke schikking en rechtsvorderingen tot schadevergoeding gemakkelijker te maken; verzoekt de Commissie daarom te onderzoeken welke rechtsgrondslagen mogelijk zijn en hoe op horizontale of geïntegreerde wijze te werk gegaan moet worden, hoewel niet noodzakelijkerwijs met een enkel horizontaal instrument, en vooralsnog geen instrument voor collectieve schadeacties voor slachtoffers van schendingen van het communautaire mededingingsrecht voor te stellen, zonder het Parlement toe te staan aan de vaststelling daarvan deel te nemen via de medebeslissingsprocedure;
5. weist darauf hin, dass die Generaldirektion Gesundheit und Verbraucher der Kommission Ende 2008 die Ergebnisse zweier Untersuchungen zu kollektiven Rechtsdurchsetzungsinstrumenten in den Mitgliedstaaten und möglichen Hindernissen für den Binnenmarkt aufgrund der unterschiedlichen Gesetzgebung in den Mitgliedstaaten veröffentlicht hat; weist ferner darauf hin, dass die Kommission ein Grünbuch über die möglichen Optionen der Gemeinschaft für Maßnahmen im Bereich der Verbraucherschutzbestimmungen veröffentlicht und die Veröffentlichung eines weiteren Politikpapiers im Laufe des Jahres 2009 angekündigt hat; betont, dass Maßnahmen auf Gemeinschaftsebene nicht zu einer willkürlichen und unnötigen Zersplitterung der einzelstaatlichen Prozessrechtsbestimmungen führen dürfen, und dass deshalb sorgfältig geprüft werden sollte, ob und inwieweit ein horizontaler und integrierter Ansatz gewählt werden sollte, um die außergerichtliche Streitbeilegung und die Durchsetzung von Schadensersatzansprüchen zu erleichtern; fordert die Kommission deshalb auf, die möglichen Rechtsgrundlagen zu prüfen und festzustellen, wie auf eine horizontale und integrierte Art und Weise vorgegangen werden kann, ohne notwendigerweise auf ein einzelnes horizontales Instrument zurückzugreifen, und vorerst davon abzusehen, kollektive Rechtsdurchsetzungsmechanismen für Opfer von Verstößen gegen das Wettbewerbsrecht der Union vorzulegen, ohne dass das Parlament die Möglichkeit erhält, im Rahmen des Mitentscheidungsverfahren an der Verabschiedung entsprechender Mechanismen mitzuwirken;

de artikelen 80, 81, 82 en 83, § 1 van het decreet m.b.t. het basisonderwijs voorzien in een groeimechanisme ten einde de niet-objectiveerbare verschillen geleidelijk weg te werken; de decreetgever geeft nergens aan om welke verschillen het gaat, waarom deze niet objectiveerbaar zouden zijn en waarom deze moeten worden weggewerkt; zodat de aangevochten bepalingen artikel 24, § 4 van de Grondwet miskennen;
die Artikel 80, 81, 82 und 83 § 1 des Dekrets über den Grundschulunterricht einen Wachstumsmechanismus vorsehen, um die nicht objektiv zu bestimmenden Unterschiede allmählich aufzuheben; der Dekretgeber führt nirgends an, um welche Unterschiede es sich handelt, warum diese nicht objektiv zu bestimmen wären und warum sie aufgehoben werden müssten; folglich missachten die angefochtenen Bestimmungen Artikel 24 § 4 der Verfassung;

Het bepalen van het gewicht van objectieve of niet-objectiveerbare verschillen die tussen het gefinancierd basisonderwijs en het gesubsidieerd basisonderwijs bestaan, zoals de parlementaire voorbereiding vaststelt, en, in voorkomend geval, het kiezen van de maatregelen die strekken tot het wegnemen van niet aan het vereiste van artikel 24, § 4, van de Grondwet beantwoordende verschillen zijn te dezen, onder de controle van het Hof, zaak van de decreetgever.
Die Bestimmung des Gewichtes von objektiven oder nicht objektivierbaren Verschiedenartigkeiten, die zwischen dem finanzierten Grundschulunterricht und dem subventionierten Grundschulunterricht bestehen, wie die Vorarbeiten feststellen, und gegebenenfalls die Wahl der Massnahmen, die zur Aufhebung von nicht dem Erfordernis von Artikel 24 § 4 der Verfassung entsprechenden Verschiedenartigkeiten dienen, sind im vorliegenden Fall unter der Aufsicht des Hofes Sache des Dekretgebers.Insofern weder der Ausgangspunkt des Dekretgebers noch seine festgehaltenen Unterscheidungskriterien auf einer falschen Beurteilung beruhen, steht es dem Hof nicht zu, seine Beurteilung an die Stelle der Beurteilung des Dekretgebers zu setzen. Der Hof könnte nur missbilligend auftreten, wenn nachgewiesen wäre, dass gegen die Gleichheit des Unterrichts verstossen würde.

In zoverre met de nieuwe bepalingen sneller dan met de oorspronkelijke regeling wordt overgegaan tot het wegwerken van de niet-objectiveerbare verschillen, versterkt dit enkel de stelling dat de regeling niet in strijd is met het in artikel 24, § 4, van de Grondwet vervatte gelijkheidsbeginsel inzake onderwijsaangelegenheden.
Insofern mit den neuen Bestimmungen schneller zur Aufhebung der nicht objektivierbaren Unterschiede übergegangen werde als mit der ursprünglichen Regelung, verstärke dies lediglich den Standpunkt, dass die Regelung nicht im Widerspruch zu dem in Artikel 24 § 4 der Verfassung enthaltenen Gleichheitsgrundsatz in Unterrichtsangelegenheiten stehe.

Het tweede middel is gericht tegen de artikelen 80, 81, 82 en 83, § 1, van het decreet, die voorzien in een groeimechanisme om de niet-objectiveerbare verschillen weg te werken.
Der zweite Klagegrund richte sich gegen die Artikel 80, 81, 82 und 83 § 1 des Dekrets, die einen Wachstumsmechanismus vorsähen, um die nicht objektivierbaren Unterschiede aufzuheben.

Volgens de parlementaire voorbereiding bestaat het werkingsbudget « uit twee bekende componenten : enerzijds de vroegere werkingsmiddelen en anderzijds de vroegere middelen voor administratieve ondersteuning maar met groeimogelijkheden om een uitvoering te geven aan die passage uit het regeerakkoord die bepaalt dat de niet-objectiveerbare verschillen geleidelijk moeten weggewerkt worden » (Gedr. St., Vlaams Parlement, 1996-1997, nr. 451-1, p. 32).
Gemäss den Vorarbeiten besteht der Funktionshaushalt « aus zwei bekannten Komponenten: einerseits die früheren Funktionsmittel und andererseits die früheren Mittel für Verwaltungsunterstützung, aber mit Möglichkeiten der Erhöhung, um diesen Passus aus dem Regierungsabkommen, der besagt, dass die nicht objektivierbaren Unterschiede allmählich aufgehoben werden müssen, auszuführen » (Dok., Flämisches Parlament, 1996-1997, Nr. 451-1, S. 32).