Elke lidstaat moet dus zelf voorschriften vaststellen betreffende het recht van gezinsleden die onderdaan van een derde land zijn, om zich bij onderdanen van de betrokken lidstaat te voegen.
Daher ist es Sache der Mitgliedstaaten, Vorschriften über das Recht von Familienangehörigen mit der Staatsangehörigkeit eines Drittlandes, Staatsangehörigen des betreffenden Mitgliedstaats nachzuziehen, festzulegen.