7. Na elke routine-inspectie en niet-routinematige inspectie stelt de bevoegde autoriteit een verslag op waarin de bevindingen ten aanzien van de naleving van de eisen van deze richtlijn door de installatie en de conclusies ten aanzien van de eventuele noodzaak van verdere maatregelen worden neergelegd.
(7) Nach jeder routinemäßigen oder anlassbezogenen Inspektion erstellt die zuständige Behörde einen Bericht mit den Feststellungen zur Einhaltung der Vorschriften dieser Richtlinie durch die betreffende Anlage und Schlussfolgerungen zur etwaigen Notwendigkeit weiterer Maßnahmen.