Vertaling van "en ze eventueel vooraf vast " (Nederlands → Duits) :

13. is van mening dat tijdelijke richtsnoeren betreffende samenwerkingsbeginselen erop gericht moeten zijn de samenwerking tussen de instellingen tijdens de verschillende stadia van de begrotingsprocedure te verbeteren en de verschillende stappen in het praktische tijdschema aan te passen aan de nieuwe voorschriften voor de begrotingsprocedure (en ze eventueel vooraf vast te leggen), met als doel bijeenkomsten die tot een pure formaliteit verworden zijn, om te vormen tot echte, diepgaande gedachtewisselingen; vraagt niettemin met aandrang dat de instellingen vóór het begin van de begrotingsprocedure 2011 een overeenkomst bereiken over een nieuw, verkort IIA met doordachte regels betreffende deze kwesties;
13. ist der Ansicht, dass es Ziel der übergangsweise geltenden Leitlinien für die Grundsätze der Zusammenarbeit sein sollte, die Zusammenarbeit zwischen den Organen während der verschiedenen Phasen des Haushaltsverfahrens zu verbessern und die verschiedenen Stufen des pragmatischen Zeitplans an die neuen Vorschriften für das Haushaltsverfahren anzupassen (und erforderlichenfalls im Voraus festzulegen), um die Sitzungen, die einen rein formalen Charakter angenommen haben, in echte, intensive Aussprachen zu verwandeln; unterstreicht jedoch seinen Wunsch, dass vor Beginn des Haushaltsverfahrens 2011 zwischen den Organen eine reduzierte IIV vereinbart wird, in der verlässliche Regeln in diesen Fragen aufgestellt werden;

13. is van mening dat tijdelijke richtsnoeren betreffende samenwerkingsbeginselen erop gericht moeten zijn de samenwerking tussen de instellingen tijdens de verschillende stadia van de begrotingsprocedure te verbeteren en de verschillende stappen in het praktische tijdschema aan te passen aan de nieuwe voorschriften voor de begrotingsprocedure (en ze eventueel vooraf vast te leggen), met als doel bijeenkomsten die tot een pure formaliteit verworden zijn, om te vormen tot echte, diepgaande gedachtewisselingen; vraagt niettemin met aandrang dat de instellingen vóór het begin van de begrotingsprocedure 2011 een overeenkomst bereiken over een nieuw, verkort IIA met doordachte regels betreffende deze kwesties;
13. ist der Ansicht, dass es Ziel der Übergangsleitlinien für die Grundsätze der Zusammenarbeit sein sollte, die Zusammenarbeit zwischen den Organen während der verschiedenen Phasen des Haushaltsverfahrens zu verbessern und die verschiedenen Stufen des pragmatischen Zeitplans an die neuen Vorschriften für das Haushaltsverfahren anzupassen (und erforderlichenfalls im Voraus festzulegen), um die Sitzungen, die einen rein formalen Charakter angenommen haben, in echte, intensive Aussprachen zu verwandeln; unterstreicht jedoch seinen Wunsch, dass vor Beginn des Haushaltsverfahrens 2011 zwischen den Organen eine reduzierte IIV vereinbart wird, in der verlässliche Regeln in diesen Fragen aufgestellt werden;

16. dringt erop aan dat de doeltreffendheid en de transparantie van het ESF worden vergroot door maatregelen die meer resultaatgericht zijn en verzoekt om vooraf duidelijke en meetbare doelstellingen en resultaatindicatoren te definiëren, die rechtstreeks gekoppeld zijn aan het doel van de financiële middelen, en die vooral de resultaten meten van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en de integratie in hoogwaardige werkgelegenheid; is van mening dat de belanghebbenden op alle bestuursniveaus betrokken moeten worden bij de vaststelling van deze doelstellingen en indicatoren en dat ze ruim vóór het verstrekken van de middelen duidelijk gedefinieerd moeten worden, zodat zowel de lidstaten als de Commissie de behaalde resultaten kunnen evalueren en er lering uit kunnen trekken voor de volgende programmeringsperiode; steunt het voorstel van de Commissie om de toewijzing van ESF-middelen afhankelijk te maken van vooraf vast te stellen voorwaarden, onder meer voor de omzetting van EU-wetgeving en EU-doelstellingen die van wezenlijk belang zijn voor het welslagen van de ESF-maatregelen, alsook structurele hervormingen en toereikende capaciteiten binnen de administraties; benadrukt dat resultaatgerichtheid niet mag betekenen dat kleine projectleiders benadeeld worden of te maken krijgen met nieuwe belemmeringen ten aanzien van toegang of risico's;
16. fordert, die Wirksamkeit und Transparenz des ESF durch ergebnisorientierte Maßnahmen zu verstärken, und fordert eine Ex-ante-Festlegung klarer und messbarer Ziele und direkt mit der Förderung zusammenhängende Ergebnisindikatoren, die insbesondere Erfolge bei der Bekämpfung von Armut und sozialer Ausgrenzung sowie die Eingliederung in Beschäftigung hoher Qualität messen; hält es für notwendig, die Beteiligten auf allen Entscheidungsebenen in die Festlegung dieser Ziele und Indikatoren einzubeziehen, und ist der Ansicht, dass letztere rechtzeitig und eindeutig vor Beginn der Förderung definiert werden sollten, damit sowohl die Mitgliedstaaten als auch die Kommission die erzielten Ergebnisse der Förderung bewerten und die Erfahrungen während der nächsten Programmplanungsphase nutzen können; unterstützt den Vorschlag der Kommission, die Zuweisung von ESF-Fördermitteln von bestimmten, vorab zu erfüllenden Bedingungen abhängig zu machen, einschließlich einer Vorbedingung betreffend die Umsetzung der EU-Rechtsvorschriften und die Erfüllung der EU-Ziele, die für den Erfolg der ESF-Maßnahmen unverzichtbar sind, sowie die Durchführung von Strukturreformen und das Vorhandensein ausreichender Kapazitäten in den zuständigen Verwaltungen; betont, dass eine Ergebnisorientierung nicht zu einer Benachteiligung kleiner Projektträger führen darf und dass keine neuen Zugangshindernisse oder Risiken für diese entstehen dürfen;

101. steunt het voorstel van de Commissie om ter wille van de flexibiliteit – eventueel in het kader van de allocaties per lidstaat – in bepaalde situaties stelselmatig de N+2 en N+3 regels toe te passen, behalve in het eerste subsidiejaar en met uitzondering van grensoverschrijdende programma's, en om alle andere afwijkingen van de regel inzake ambtshalve annulering alleen toe te staan bij wijze van aanpassing aan de administratieve lasten die voortvloeien uit nieuwe bepalingen inzake strategische programmering, resultaatgerichte beleidsoriëntatie en vooraf vast te stellen voorwaarden; pleit met name ook voor toepassing van de N+3 regel bij grensoverschrijdende programma's om recht te doen aan de tragere administratieve procedures die het gevolg zijn van taalkundige of culturele problemen; is van mening dat dit een evenwichtige verhouding tussen kwalitatief hoogwaardige investeringen en een probleemloze en snelle tenuitvoerlegging van de programma's garandeert;
101. befürwortet den Vorschlag der Kommission, die „n+2“ und „n+3“ Regel' in bestimmten Situationen mit Ausnahme des ersten Förderjahres und grenzübergreifender Programme konsequent anzuwenden, gegebenenfalls auf Ebene der Mittelzuweisungen an die Mitgliedstaaten, um mehr Flexibilität zu ermöglichen, und dass jede weitere Ausnahme zur Regel über die automatische Mittelfreigabe nur eine Anpassung and den zusätzlichen Verwaltungsaufwand, der mit den neuen Bestimmungen über strategische Programmplanung, Ergebnisorientierung und Ex-ante-Konditionalität erforderlich wird, widerspiegeln darf; befürwortet bei grenzüberschreitenden Programmen sogar eine „n+3-Regel“, um den bereits durch die sprachlichen und kulturellen Herausforderungen bedingten langsameren Verwaltungsprozessen zu genügen; sieht darin die Gewähr für ein ausgewogenes Verhältnis zwischen qualitativ hochwertigen Investitionen und einer reibungslosen und raschen Umsetzung der Programme;

Indien een lidstaat de financiering van alle bovenbedoelde subsidiabele personeelskosten op een andere manier wil beperken tot de werkelijke kosten, stelt hij vooraf en op naar behoren gemotiveerde wijze forfaitaire standaardtarieven tot maximaal 20 % van het goedgekeurde actiefonds vast.
Will ein Mitgliedstaat in Bezug auf die vorgenannten zuschussfähigen Personalkosten eine Alternative zur Begrenzung der Finanzierung auf die tatsächlichen Kosten anbieten, so setzt er zuvor und auf gerechtfertigte Weise Standardpauschalsätze in Höhe von bis zu 20 % des genehmigten Betriebsfonds fest.