30. stelt vast dat begrotingssteun, volgens de overeenkomst van Cotonou, uitsluitend wordt verleend aan ontvangende landen wier overheidsuitgaven voldoende doorzichtig, controleerbaar en effectief zijn; stelt vast dat de
Europese Rekenkamer enige twijfel heeft over de dynamische interpretatie van deze normen door de Commissie; neemt kennis van de conclusie van de Europese Rekenkamer dat de Commissie, als zij besluiten neemt over de terbeschikkingstellin
g van kredieten, de neiging heeft te vertrouwen op indicatoren door middel waarva
...[+++]n wordt getracht de toekomstige vooruitgang te voorspellen;
30. stellt fest, dass nach dem Abkommen von Cotonou Haushaltszuschüsse nur gewährt werden dürfen, wenn die Verwaltung der öffentlichen Ausgaben in den Empfängerländern hinreichend transparent, verantwortungsvoll und effizient ist; nimmt zur Kenntnis, dass der ERH gewisse Bedenken wegen der "dynamischen Auslegung" dieser Kriterien durch die Kommission hat; nimmt Kenntnis von der Feststellung des ERH, dass "sich die Kommission bei Auszahlungsentscheidungen (tendenziell) auf Indikatoren (stützt), die sich auf Vorhersagen über künftige Fortschritte beziehen";