En naast deze ontwikkeling bestaat er een duidelijk bewustzijn dat de bilaterale benadering (overeenkomsten van de lidstaten met de producerende landen) een achterhaalde strategie is, die plaats moet maken voor een gemeenschappelijk beleid ("een enkele stem)", een strategie die, wanneer zij door de staatshoofden en regeringsleiders zal zijn geratificeerd, het energiebeleid een onderdeel moet maken van het gemeenschappelijk buitenlands beleid.
Hinzu kommt allerdings, dass das die geopolitische Strategie, die einige der Mitgliedstaaten mit bilateralen Abkommen mit Erzeugerländern fahren, als völlig verfehlt zu bezeichnen ist und durch eine gemeinsame Politik („aus einer Hand“) ersetzt werden muss, durch die die Energiepolitik – sobald sie von den Staats- und Regierungschefs ratifiziert ist – in die gemeinsame Außenpolitik überführt werden müsste.