« of de artikelen 205 en volgende van hoofdstuk XXII van de Algemene Wet van 18 juli 1977 inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden omdat de strafvordering en de rechtspleging inzake Douane en Accijnzen, in tegenstelling met de strafvordering en de strafrechtspleging in het algemeen, geen onafhankelijkheid waarborgen aan de verdachte-geadministreerde, gezien de Administratie der Douane en Accijnzen fungeert als diegene die naast de opsporing ook eenzijdig, niet tegensprekelijk, het scheikundig labo-onderzoek en het boekhoudkundig onderzoek, voert, waarvan de resultaten van aard zijn dat de tenlastelegging staat of valt ».
« ob die Artikel 205 ff. von Kapitel XXV des allgemeinen Zoll- und Akzisengesetzes vom 18. Juli 1977 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstossen, indem die Strafverfolgung und das Verfahren in bezug auf Zoll und Akzisen, im Gegensatz zur Strafverfolgung und zum Strafverfahren im allgemeinen, dem Beschuldigten in seinem Verhältnis zur Verwaltung keine Unabhängigkeit gewährleisten, da die Zoll- und Akzisenverwaltung auftritt als die Instanz, die neben den Ermittlungen auch einseitig, nicht im kontradiktorischen Verfahren die chemische Laboruntersuchung und die Untersuchung der Buchhaltung führt, mit deren Ergebnissen die Beschuldigung steht und fällt ».