De vraag of een persoon het verbod op handel met voorwetenschap heeft overtreden, of een p
oging daartoe heeft ondernomen, moet worden beantwoord op basis van de doelstelling van de
ze verordening, die erin bestaat de integriteit van de fi
nanciële markten te beschermen en het beleggersvertrouwen te vergroten, dat op zijn beurt berust op de zekerheid dat beleggers op
voet van gelijkheid zullen ...[+++] verkeren en beschermd worden tegen het misbruik van voorwetenschap.
Diese Annahme lässt die Verteidigungsrechte unberührt. Ob eine Person gegen das Verbot von Insidergeschäften verstoßen hat oder versucht hat, Insidergeschäfte durchzuführen, sollte im Hinblick auf den Zweck dieser Verordnung untersucht werden, der darin besteht, die Integrität des Finanzmarkts zu schützen und das Vertrauen der Investoren zu stärken, das wiederum auf der Gewissheit beruht, dass die Investoren gleichbehandelt und vor der missbräuchlichen Verwendung von Insiderinformationen geschützt werden.