Traduction de «erkende erediensten gewijzigd » (Néerlandais → Allemand) :

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, gewijzigd door het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008;
In Erwägung des Zusammenarbeitsabkommens vom 27. Mai 2004 zwischen der Föderalbehörde, der Flämischen Region, der Wallonischen Region und der Region Brüssel-Hauptstadt über die Anerkennung der Kulte, die Gehälter und Pensionen der Geistlichen, die Kirchenverwaltungen und die Einrichtungen, die mit der Verwaltung der weltlichen Angelegenheiten und der anerkannten Kulte beauftragt sind, abgeändert durch das Zusammenarbeitsabkommen vom 2. Juli 2008;

Artikel L3111-1, § 1, van het WPDD, zoals gewijzigd bij het niet bestreden artikel 1 van het decreet van 13 maart 2014, bepaalt : « Dit boek, met uitzondering van titel V, regelt het gewone administratieve toezicht : [...]; 7° over de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten waarvan de zetel op het grondgebied van het Waalse Gewest gevestigd is, met uitzondering van de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten die op het grondgebied van het Duitstalige taalgebied gelegen zijn ».
Artikel L3111-1 § 1 des Kodex bestimmt in der durch den nicht angefochtenen Artikel 1 des Dekrets vom 13. März 2014 abgeänderten Fassung: « Mit Ausnahme des Titels V regelt das vorliegende Buch die gewöhnliche Verwaltungsaufsicht: [...]; 7. über die mit der Verwaltung der weltlichen Güter der anerkannten Kulte beauftragten Einrichtungen, die ihren Sitz auf dem Gebiet der Wallonischen Region haben, mit Ausnahme der mit der Verwaltung der weltlichen Güter der anerkannten Kulte beauftragten Einrichtungen, die im deutschen Sprachgebiet gelegen sind ».

4° in artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 10°, van de bijzondere wet, zoals vallend onder het decreet van 1 december 1988 betreffende de subsidies toegekend door het Waalse Gewest voor bepaalde investeringen van openbaar nut, gewijzigd bij de decreten van 20 juli 1989, 30 april 1990 en 19 december 1996, beperkt tot de gemeenten, kerkfabrieken en andere rechtspersonen die onroerende goederen noodzakelijk voor de uitoefening van erkende erediensten beheren en tot de rechtspersonen die onroerende goederen noodzakelijk voor de uitoefening van de niet-confessionele levensbeschouwing beheren;
4. Artikel 6 § 1 VIII. Absatz 1 Nr. 10 des Sondergesetzes, wie geregelt im Dekret vom 1. Dezember 1988 über die von der Wallonischen Region für gewisse Investitionen öffentlichen Interesses gewährten Zuschüsse, abgeändert durch die Dekrete vom 20. Juli 1989, 30. April 1990 und vom 19. Dezember 1996, begrenzt auf Gemeinden, Kirchenfabriken und sonstige Rechtspersonen, die Immobilien verwalten, die zur Ausübung der anerkannten Kulte erforderlich sind, sowie Rechtspersonen, die Güter verwalten, die zur Ausübung der nicht-konfessionellen Sittenlehre erforderlich sind;

4° in artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 10°, van de bijzondere wet, zoals vallend onder het decreet van 1 december 1988 betreffende de toelagen toegekend door het Waalse Gewest aan sommige investeringen van openbaar nut, gewijzigd bij de decreten van 20 juli 1989, 30 april 1990 en 19 december 1996, beperkt tot de gemeenten, kerkfabrieken en andere rechtspersonen die onroerende goederen noodzakelijk voor de uitoefening van erkende erediensten beheren en tot de rechtspersonen die onroerende goederen noodzakelijk voor de uitoefening van de niet-confessionele levensbeschouwing beheren;
4° Artikel 6, § 1, VIII, Absatz 1, 10° des Sondergesetzes, wie geregelt im Dekret vom 1. Dezember 1988 über die von der Wallonischen Region für gewisse Investitionen öffentlichen Interesses gewährten Zuschüsse, abgeändert durch die Dekrete vom 20. Juli 1989, 30. Vom April 1990 und vom 19. Dezember 1996, begrenzt auf Gemeinden, Kirchenfabriken und sonstige Rechtspersonen, die Immobilien verwalten, die zur Ausübung der anerkannten Kulte erforderlich sind, sowie Rechtspersonen, die Güter verwalten, die zur Ausübung der nicht-konfessionellen Sittenlehre erforderlich sind;