1.3. De activiteiten van de gezamenlijke consortia moeten normaliter transatlantische mobiliteit van studenten in het kader van gezamenlijke studieprogramma’s, wederzijdse erkenning van studiepunten en taalkundige en culturele voorbereiding omvatten, waarbij gestreefd wordt naar een evenwicht tussen de stromen over en weer.
1.3. Gemeinsame Aktivitäten von Zusammenschlüssen müssen grundsätzlich zur transatlantischen Mobilität von Studierenden im Rahmen gemeinsamer Studiengänge, einschließlich gegenseitiger Anerkennung von Leistungsnachweisen sowie sprachlicher und kultureller Vorbereitung führen, wobei diese Mobilität in beiden Richtungen gleich ausgeprägt sein sollte.