Vertaling van "erop als onevenredige " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

onevenredig
unzumutbar

onevenredige administratieve lasten
unverhältnismässig hoher Verwaltungsaufwand

onevenredige kosten
unverhältnismäßiger Aufwand

(erop) volgend bevel | volgende rangorde
Nachträgliche Anordnung

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

39. wijst erop dat Ecuador naast Colombia en Peru een van de grootste bananenproducenten ter wereld is; verzoekt de Commissie derhalve erop toe te zien dat de in het stabilisatiemechanisme vastgelegde reactievolumes voor de invoer van bananen in acht worden genomen; verzoekt de Commissie het Parlement regelmatig en onverwijld te informeren, in elk geval wanneer de invoer van bananen zich zo ontwikkelt dat de reactievolumes bereikt zouden kunnen worden, en gegevens te verstrekken over de directe en indirecte effecten van de invoer van bananen uit die landen; verzoekt de Commissie eveneens de vrijstelling van invoerrechten voor de uit die landen ingevoerde bananen op te schorten indien de invoer op onevenredige wijze toeneemt, en ernstige schade – zoals het verlies van banen – toebrengt of dreigt toe te brengen aan de economie van de producerende regio's in de EU;
39. stellt fest, dass Ecuador neben Kolumbien und Peru einer der weltweit größten Erzeuger von Bananen ist; fordert daher die Kommission auf, dafür zu sorgen, dass die im Stabilisierungsmechanismus für Bananen festgelegten Auslöseeinfuhrmengen entsprechend eingehalten werden; fordert die Kommission auf, das Parlament regelmäßig und immer dann unverzüglich zu informieren, wenn die Tendenz bei den Einfuhren von Bananen dahin geht, dass die Auslöseeinfuhrmengen erreicht werden könnten, und ihm genaue Angaben zu den unmittelbaren und mittelbaren Auswirkungen der Einfuhren von Bananen aus diesen Ländern zur Verfügung zu stellen; fordert die Kommission außerdem auf, von der Möglichkeit, die Abgabenbefreiung für aus diesen Ländern eingeführte Bananen auszusetzen, Gebrauch zu machen, wenn die Einfuhren in unverhältnismäßiger Weise zunehmen und den Volkswirtschaften der Erzeugerregionen in der EU etwa durch den Verlust von Arbeitsplätzen beträchtlicher Schaden entsteht oder sich ein solcher Schaden abzeichnet;

39. wijst erop dat Ecuador naast Colombia en Peru een van de grootste bananenproducenten ter wereld is; verzoekt de Commissie derhalve erop toe te zien dat de in het stabilisatiemechanisme vastgelegde reactievolumes voor de invoer van bananen in acht worden genomen; verzoekt de Commissie het Parlement regelmatig en onverwijld te informeren, in elk geval wanneer de invoer van bananen zich zo ontwikkelt dat de reactievolumes bereikt zouden kunnen worden, en gegevens te verstrekken over de directe en indirecte effecten van de invoer van bananen uit die landen; verzoekt de Commissie eveneens gebruik te maken van de mogelijkheid om de vrijstelling van invoerrechten voor de uit die landen ingevoerde bananen op te schorten indien de invoer op onevenredige wijze toeneemt, en ernstige schade – zoals het verlies van banen – toebrengt aan de economie van de producerende regio's in de EU;
39. stellt fest, dass Ecuador neben Kolumbien und Peru einer der weltweit größten Erzeuger von Bananen ist; fordert daher die Kommission auf, dafür zu sorgen, dass die im Stabilisierungsmechanismus für Bananen festgelegten Auslöseeinfuhrmengen entsprechend eingehalten werden; fordert die Kommission auf, das Parlament regelmäßig und immer dann unverzüglich zu informieren, wenn die Tendenz bei den Einfuhren von Bananen dahin geht, dass die Auslöseeinfuhrmengen erreicht werden könnten, und ihm genaue Angaben zu den unmittelbaren und mittelbaren Auswirkungen der Einfuhren von Bananen aus diesen Ländern zur Verfügung zu stellen; fordert die Kommission außerdem auf, von der Möglichkeit, die Abgabenbefreiung für aus diesen Ländern eingeführte Bananen auszusetzen, Gebrauch zu machen, wenn die Einfuhren in unverhältnismäßiger Weise zunehmen und den Volkswirtschaften der Erzeugerregionen in der EU etwa durch den Verlust von Arbeitsplätzen beträchtlicher Schaden entsteht;

Meer in het bijzonder is erop gewezen dat bepaalde van die verenigingen, zoals die welke actief zijn in de milieusector in ruime zin, beschikken over het recht op toegang tot de rechter zonder dat die procedures onevenredig kostbaar mogen zijn en op voorwaarde van « het instellen van passende mechanismen voor bijstand om financiële of andere belemmeringen voor de toegang tot de rechter weg te nemen of te verminderen » (artikel 9, leden 4 en 5, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, ondertekend te Aarhus op 25 juni 1998 en door België geratificeerd op 21 januari 2003).
Es wird insbesondere angeführt, dass gewisse dieser Vereinigungen, wie diejenigen, die im Bereich der Umwelt im weiteren Sinne tätig seien, über das Recht auf Zugang zu einem Rechter verfügten, ohne dass diese Verfahren übermäßig teuer sein dürften, und unter der Bedingung der « Schaffung angemessener Unterstützungsmechanismen, um Hindernisse finanzieller und anderer Art für den Zugang zu Gerichten zu beseitigen oder zu verringern » (Artikel 9 Absätze 4 und 5 des Übereinkommens über den Zugang zu Informationen, die Öffentlichkeitsbeteiligung an Entscheidungsverfahren und den Zugang zu Gerichten in Umweltangelegenheiten, unterzeichnet in Aarhus am 25. Juni 1998 und durch Belgien ratifiziert am 21. Januar 2003).

19. wijst erop dat internationale en maatschappelijke organisaties ervoor hebben gewaarschuwd dat de nieuwe regeling voor salarisschalen, rangindeling en ontslag in de publieke sector gevolgen heeft voor de kloof tussen mannen en vrouwen; merkt op dat de IAO haar bezorgdheid heeft geuit over de onevenredige gevolgen van nieuwe, flexibele arbeidsvormen voor het salaris van vrouwen; wijst er voorts op dat de IAO de regeringen heeft gevraagd toezicht te houden op de impact van de bezuinigingen op de beloning van mannen en vrouwen in de particuliere sector; merkt bezorgd op dat de verkleining van de loonkloof tussen mannen en vrouwen in de programmalanden tot stilstand is gekomen en dat de loonkloof in deze landen groter is dan het gemiddelde in de EU; wijst erop dat de loonverschillen en de afname van de werkgelegenheid onder vrouwen meer aandacht moeten krijgen in de programmalanden;
19. stellt fest, dass internationale und soziale Organisationen davor gewarnt haben, dass das neue System für Gehaltstabellen, Einstufungen und Entlassungen im öffentlichen Sektor zu ungleicher Bezahlung von Frauen und Männern führt; stellt fest, dass die IAO Besorgnis über die überproportionalen Auswirkungen der neuen flexiblen Beschäftigungsformen auf die Einkommen von Frauen geäußert hat; stellt außerdem fest, dass die IAO die Regierungen ersucht hat, die Auswirkungen der Sparmaßnahmen auf die Entlohnung von Frauen und Männern in der Privatwirtschaft zu überwachen; nimmt besorgt zur Kenntnis, dass sich das Lohngefälle zwischen Männern und Frauen in den Ländern, die Anpassungsprogrammen unterliegen und über dem Durchschnitt der EU liegende Unterschiede aufweisen, nicht weiter verringert; betont, dass die Ungleichheit bei Löhnen und sinkende Beschäftigungsquoten bei Frauen eine stärkere Aufmerksamkeit der Mitgliedstaaten, die einen Anpassungsprozess durchlaufen, erfordern;

93. wijst erop dat reeds sinds het begin van de ontmanteling van de kerncentrales in Litouwen, Slowakije en Bulgarije onduidelijkheid bestaat over de verantwoordelijkheden en verplichtingen van de staten die aan het ontmantelingsproces deelnemen; wijst erop dat de last die voortvloeit uit de verantwoordelijkheid voor het hele ontmantelingsproces voor de lidstaten die hun kerncentrales sluiten onevenredig zwaar is;
93. weist darauf hin, dass seit Beginn der Stilllegung der Kernkraftwerke in Litauen, in der Slowakei und in Bulgarien die Pflichten und Verantwortlichkeiten der am Stilllegungsprozess beteiligten Mitgliedstaaten nicht klar festgelegt worden sind und dass die Last der Verantwortung der Mitgliedstaaten, die ihre Kernkraftwerke stilllegen, in Bezug auf den gesamten Stilllegungsprozess unverhältnismäßig hoch ist;

2) Schendt artikel 135 van het decreet van 2 februari 2007 van het Parlement van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het statuut van de directeurs, in zoverre het die gemeenteraad ertoe verplicht in dat ambt het lid van het onderwijzend personeel te benoemen dat voldoet aan de voorwaarden waarin die bepaling voorziet, de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet, aangezien die bepaling erop neerkomt een onevenredige discriminatie tot stand te brengen onder leden van het onderwijzend personeel die voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 49 van het decreet van 6 juni 1994 - vóór de wijziging ervan bij het decreet van 2 februari 2007, naargelang het personeelslid al dan niet beschikt over een anciënniteit van 600 dagen op 1 september 2007, waarbij artikel 135 van dat decreet de vereiste van de bij de artikelen 33, 56 en 57 van het decreet van 2 februari 2007 opgelegde stage terzijde schuift, om de enige reden dat het personeelslid het bevorderingsambt uitoefent sinds meer dan 600 dagen op de datum van inwerkingtreding van het decreet - terwijl de uitoefening van die ambten geenszins de geschiktheid van dat personeelslid doet vermoeden en terwijl het op dat niveau van betrekking verantwoord is dat aan een dubbele evaluatie wordt voldaan, zoals de artikelen 33, 56 en 57 van het decreet van 2 februari 2007 voorschrijven, en aangezien aldus op het vlak van de benoemingsvoorwaarden een onredelijk voordeel wordt toegekend aan de personeelsleden die aanspraak kunnen maken op dat artikel 135 ?
2) Verstösst Artikel 135 des Dekrets des Parlaments der Französischen Gemeinschaft vom 2. Februar 2007 zur Festlegung der Rechtsstellung der Schulleiter dadurch, dass er dem genannten Gemeinderat die Verpflichtung auferlegt, das Mitglied des Lehrpersonals, das die in dieser Bestimmung festgelegten Bedingungen erfüllt, in dieses Amt zu ernennen, gegen die Artikel 10, 11 und 24 der Verfassung, indem diese Bestimmung dazu führt, dass eine unverhältnismässige Diskriminierung eingeführt wird zwischen den Mitgliedern des Lehrpersonals, die die in Artikel 49 des Dekrets vom 6. Juni 1994 festgelegten Bedingungen erfüllen - vor seiner Abänderung durch das Dekret vom 2. Februar 2007, je nachdem, ob das Mitglied des Lehrpersonals am 1. September 2007 über ein Dienstalter von 600 Tagen verfügt oder nicht, wobei Artikel 135 dieses Dekrets die Verpflichtung der durch die Artikel 33, 56 und 57 des Dekrets vom 2. Februar 2007 auferlegten Probezeit unberücksichtigt lässt, aus dem einzigen Grund, weil das Personalmitglied dieses Beförderungsamt am Datum des Inkrafttretens des Dekrets seit mehr als 600 Tagen ausübt -, während die Tatsache, dass diese Ämter ausgeübt werden, keineswegs auf die Eignung dieses Personalmitglieds schliessen lässt und während es auf dieser Beschäftigungsebene gerechtfertigt ist, dass einer doppelten Bewertung Genüge geleistet wird, wie es die Artikel 33, 56 und 57 des Dekrets vom 2. Februar 2007 vorschreiben, und demzufolge ein unrechtmässiger Vorteil in Bezug auf die Ernennungsbedingungen den Personalmitgliedern, die sich auf diesen Artikel 135 berufen können, gewährt wird?

Nu de verzoekende partijen de schending van de voormelde beginselen niet als autonome toetsingsgrond aanvoeren, maar een inbreuk erop als onevenredige en bijgevolg discriminerende gevolgen van de bestreden bepalingen aanmerken, is het Hof bevoegd om kennis te nemen van het beroep waarin een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wordt aangevoerd.
Da die klagenden Parteien den Verstoss gegen die vorgenannten Grundsätze nicht als autonomen Prüfungsgrund anführen, sondern eine Verletzung derselben als unverhältnismässige und demzufolge diskriminierende Folgen der angefochtenen Bestimmungen bewerten, ist der Hof dafür zuständig, über die Klage, bei der ein Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung geltend gemacht wird, zu befinden.

Het verbod van cumulatie is erop gericht misbruiken te vermijden en is niet onevenredig met de doelstelling van algemeen belang die door de wetgever wordt nagestreefd.
Das Kumulierungsverbot sei darauf ausgerichtet, Missbräuche zu vermeiden, und es stehe in einem angemessenen Verhältnis zu der durch den Gesetzgeber angestrebten Zielsetzung allgemeinen Interesses.