4. Onverminderd het bepaalde in lid 3, kan de verstrekking van persoonsgegevens van Eurojust aan de in lid 1, onder b), bedoelde entiteiten en aan de in lid 1, onder c), bedoelde autoriteiten van derde landen die niet gebonden zijn aan het Verdrag van de Raad van Europa van 28 januari 1981, uitsluitend plaatsvinden indien er een vergelijkbaar toereikend niveau van gegevensbescherming is gewaarborgd.
(4) Unbeschadet des Absatzes 3 dürfen personenbezogene Daten von Eurojust an die in Absatz 1 Buchstabe b) genannten Einrichtungen und die in Absatz 1 Buchstabe c) genannten Behörden von Drittstaaten, für die das Übereinkommen des Europarates vom 28. Januar 1981 nicht gilt, nur weitergeleitet werden, wenn ein vergleichbares angemessenes Datenschutzniveau gewährleistet ist.