11. stelt dat de opkomst bij verkiezingen een uiterst belangrijke uitdrukking is van het burgerrecht en een directe uitdrukking van de mening van de burger; maakt zich zorgen over de opkomst bij Europese verkiezingen, die in 1999 onder de 50% is gedaald; is ervan overtuigd dat een duidelijke, didactische, permanente en voor iedereen toegankelijke voorlichting het mogelijk zou maken de belangstelling van de Europese burgers voor de EU te wekken en ook op lange termijn in stand te houden;
11. bekräftigt, dass die Wahlbeteiligung ein Schlüsselelement des Staatsbürgerrechts und unmittelbarer Ausdruck der Bürgermeinung ist; stellt jedoch besorgt fest, dass die Beteiligung an den Europawahlen 1999 unter 50% gesunken ist; eine klare, didaktische, ständige und allen zugängliche Information könnte langfristig das Interesse der europäischen Bürger für die EU wecken und aufrechterhalten;