III. I.3 is van mening dat het in artikel K.4 EUV (toekomstig artikel 32 EUV) inzake onderlinge justitiële bijstand vastgelegde beginsel dat de Raad de voorwaarden en de grenzen vastlegt voor het optreden van rechters en politierechters op het grondgebied van een andere lidstaat, in samenwerking en overleg met de instanties van deze lidstaat, vaker zou kunnen worden toegepast in de civiele sector, waar de mate van integratie zou moeten overeenkomen met de voortaan communautaire aard van deze wetgeving;
III. I.3. ist der Auffassung, daß der in Artikel K.4 EUV (künftiger Artikel 32 EUV) für die Rechtshilfe vorgesehene Grundsatz, wonach der Rat festlegt, "unter welchen Bedingungen und innerhalb welcher Grenzen" Richter und Staatsanwälte im Hoheitsgebiet eines anderen Mitgliedstaates in Verbindung und in Absprache mit dessen Behörden tätig werden dürfen, im Bereich des Zivilrechts, wo das Integrationsniveau dem mittlerweile gemeinschaftlichen Charakter dieses Bereichs der Rechtsvorschriften entsprechen müßte, verstärkt angewandt werden könnte;