voor aan het eind van de verslagperiode aangehouden activa en verplichtingen die op terugkerende basis tegen reële waarde worden gewaardeerd, de bedragen van eventuele overdrachten tussen niveau 1 en niveau 2 van de reëlewaardehiërarchie, de redenen voor deze overdrachten en het beleid van de entiteit voor het bepalen wanneer overdrachten tussen niveaus geacht worden te hebben plaatsgevonden (zie alinea 95).
Bei am Ende der Berichtsperiode gehaltenen Vermögenswerten und Schulden, deren beizulegender Zeitwert auf wiederkehrender Basis bemessen wird, werden die Anzahl der Umgruppierungen zwischen Stufe 1 und Stufe 2 der Bemessungshierarchie, die Gründe für diese Umgruppierungen und die unternehmenseigene Methode beschrieben, die das Unternehmen bei der Feststellung anwendet, wann Umgruppierungen zwischen verschiedenen Stufen als eingetreten gelten sollen (siehe Paragraph 95).