Wanneer zij evenwel goede redenen heeft om aan te nemen dat er bij de verstrekking van financiële middelen aan openbare bedrijven steun zou kunnen worden verleend, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uit hoofde van haar bevoegdheden in het kader van artikel 61 van de EER-Overeenkomst en artikel 1 van Protocol 3 bij de Toezichtovereenkomst de EVA-Staten verzoeken om de nodige inlichtingen om te kunnen bepalen of er in het betrokken geval al dan niet van steun kan worden gesproken.
Hat die EFTA-Überwachungsbehörde dagegen berechtigten Anlaß zu der Vermutung, daß mit der Bereitstellung von Mitteln für öffentliche Unternehmen Beihilfen verbunden sein können, kann sie gemäß ihren Zuständigkeiten nach Artikel 61 des EWR-Abkommens und Artikel 1 des Protokolls 3 zum Überwachungsabkommen von den EFTA-Staaten die erforderlichen Auskünfte verlangen, um feststellen zu können, ob in dem betreffenden Fall eine Beihilfe vorliegt.