Het derde middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre een ongelijke behandeling betreffende de toegang tot het beroep van bewaker in het leven wordt geroepen naargelang dat beroep in dienstverband wordt uitgeoefend of onder het statuut van zelfstandige, al dan niet in een familiale coöperatieve vennootschap of in een coöperatieve vennootschap beperkt tot vier werkende vennoten.
Der dritte Klagegrund sei aus der Verletzung der Artikel 10 und 11 der Verfassung abgeleitet, insofern eine ungleiche Behandlung in bezug auf den Zugang zum Beruf als Bewachungsperson geschaffen werde, je nachdem, ob dieser Beruf im Rahmen eines Arbeitsvertrags oder unter dem Statut als Selbständiger ausgeübt werde, sei es in einer Familiengenossenschaft oder in einer auf vier aktive Teilhaber beschränkten Genossenschaft.