In de tweede plaats wordt aan de procureur des Konings de bevoegdheid gegeven om onder bepaalde voorwaarden een zogenaamde « bevriezingsmaatregel » te vorderen, waardoor de bank of kredietinstelling de tegoeden en verbintenissen die aan de bankrekening, de bankkluis of het financiële instrument zijn verbonden, voor een bepaalde periode niet uit handen mag geven.
Sodann erhält der Prokurator des Königs die Befugnis, unter bestimmten Bedingungen eine Massnahme des sogenannten « Einfrierens » zu fordern, so dass die Bank oder die Kreditanstalt die mit dem Bankkonto, dem Bankschliessfach oder dem Finanzinstrument verbundenen Guthaben und Verbindlichkeiten für einen festgelegten Zeitraum nicht herausgeben darf.