Het bestreden artikel 2 van de voormelde wet van 4 mei 1999 schendt dus de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het zonder verantwoording de natuurlijke personen beoogt die bezoldigde functies uitoefenen in een handelsvennootschap waarin zij ook houder zijn van een onbezoldigde opdracht als bestuurder.
Der angefochtene Artikel 2 des obengenannten Gesetzes vom 4. Mai 1999 verstösst also gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er sich ohne Rechtfertigung auf natürliche Personen bezieht, die gegen Entgelt Funktionen in einer Handelsgesellschaft ausüben, in der sie auch unentgeltlich ein Mandat als Verwaltungsratsmitglied bekleiden.