Een investeerder mag de „equity-methode” niet langer toepassen vanaf de datum waarop hij niet langer invloed van betekenis heeft op een geassocieerde deelneming, en moet vanaf die datum de investering administratief verwerken in overeenstemming met IAS 39, op voorwaarde dat de geassocieerde deelneming geen dochteronderneming of een joint venture wordt volgens de definitie in IAS 31.
Mit dem Zeitpunkt des Wegfallens des maßgeblichen Einflusses auf ein assoziiertes Unternehmen hat ein Anteilseigner die Anwendung der Equity-Methode einzustellen und die Anteile gemäß IAS 39 zu bilanzieren, vorausgesetzt, das assoziierte Unternehmen wird kein Tochterunternehmen und kein in IAS 31 definiertes Gemeinschaftsunternehmen.