3. stelt vast dat er geen uniform systeem van territoriale kiesdistricten kan worden ingevoerd en dat dit systeem gediversifieerd moet worden al naar gelang de bevolking van elke lidstaat; onderstreept echter dat een stelsel van territoriale kiesdistricten geen afbreuk mag doen aan het beginsel van evenredige vertegenwoordiging, zoals bedoeld in artikel 2 van de ontwerpakte;
3. stellt fest, dass die Einführung eines Systems der territorialen Wahlkreise nicht auf einheitlicher Basis möglich ist und dass eine Differenzierung nach Maßgabe der Bevölkerungszahl der einzelnen Mitgliedstaaten erforderlich ist; betont jedoch, dass ein System der territorialen Wahlkreise den Grundsatz der Verhältniswahl gemäß Artikel 2 des Entwurfs eines Akts nicht beeinträchtigen darf;