23. wijst erop dat het voor de bevordering van de culturele diversiteit in het digitale tijdperk belangrijk is dat de inhoud van de openbare omroepen het publiek
bereikt via zoveel mogelijk distributienetwerken en -systemen; is van mening dat het daarom voor openbare omroepen van essentieel belang is om nieuwe mediadiensten te ontwikkelen; wijst er eveneens op dat het Protocol van Amsterdam de lidst
aten de bevoegdheid geeft de taak van de openbare omroepen vast te stellen en dat in de bovengenoemde mededeling van de Commissie van 15
...[+++] november 2001 het volgende staat: "Evenzo kan de openbare opdracht ook bepaalde diensten omvatten die geen "programma's" zijn in de traditionele zin (bijv. on-line-informatiediensten), voorzover daarmee - mede rekening gehouden met de ontwikkeling en diversificatie van activiteiten in het digitale tijdperk - wordt voldaan aan diezelfde democratische, sociale en culturele behoeften van de maatschappij"; 23. stellt fest, dass es zur Förderung der kulturellen Vielfalt im digitalen Zeitalter besonders wichtig ist, dass die Inhalte des öffentlich-rechtlichen Rundfunks das Publikum über so viele Verbreitungsnetze und -systeme wie möglich erreichen und dass es deshalb für öffentlich-rechtliche Rundfunkanstalten von entscheidender Bedeutung ist, dass sie neue Mediendienste entwickeln; stellt ferner fest, dass nach dem Protokoll von Amst
erdam den Mitgliedstaaten die Befugnis überlassen bleibt, die Aufgabe der öffentlich-rechtlichen Rundfunkanstalten zu definieren, und dass es in der oben genannten Mitteilung der Kommission vom 15. November 20
...[+++]01 heißt: "Auch könnte der öffentlich-rechtliche Auftrag Dienste (wie Online-Informationsdienste) umfassen, die keine "Programme" im traditionellen Sinne sind, sofern diese - auch unter Berücksichtigung der Entwicklung und Diversifizierung der Tätigkeiten im digitalen Zeitalter - den selben demokratischen, sozialen und kulturellen Bedürfnissen der Gesellschaft dienen";