De in het geding zijnde bepalinge
n strekken ertoe de voorwaarden te bepalen voor visitaties door de ambtenaren van douane en accijnzen (artikelen 189 en 193 tot 197), de inbeslagneming en ve
rbeurdverklaring te gebieden van de vervoermiddelen en van de goederen die hebben gediend om de smokkelwaar te verbergen (artikel 222), de Administratie een transactierecht te verlenen over de strafvordering omtrent de geldboete, de verbeurdverklaring en het sluiten van fabrieken of werkplaatsen (artike
l 263), de wijze te ...[+++]bepalen waarop inbreuken op de douane- en accijnswetgeving worden vastgesteld en tot inbeslagneming wordt overgegaan (artikelen 267 tot 278), en de wijze te bepalen waarop die inbreuken, zowel op burgerrechtelijk als strafrechtelijk vlak, worden vervolgd en berecht (artikelen 279 tot 285).Die beanstandeten Bestimmungen dienen dazu, die Voraussetzungen für Durchsuchungen durch Zoll- und Akzisenbeamte festzulegen (Artikel 189 und 193 bis 197), die Beschlagnahme und Einziehung der Transportmittel und der Güter, die beim Verbergen von Schmuggelware verwendet wurden, anzuordnen (Artikel 222), der Verwaltung ein Vergleichsrecht in bezug auf die öffentliche Klage hinsichtlich der Geldbusse, der Einziehung und der Schliessung von Fabriken oder Werkstätten zu verleihen (Artikel 263), die Art und Weise zu bestimme
n, in der Verstösse gegen die Zoll- und Akzisengesetzgebung festgestellt werden und zur Beschlagnahme übergegangen wird
...[+++](Artikel 267 bis 278), und die Art und Weise zu bestimmen, in der diese Verstösse sowohl auf zivilrechtlicher als auch auf strafrechtlicher Ebene verfolgt und entschieden werden (Artikel 279 bis 285).