Indien de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd haar gewone verblijfplaats heeft in een andere lidstaat dan die waar de uitvoerbaarverklaring is gegeven, is de termijn waarbinnen het rechtsmiddel moet worden ingesteld, 45 dagen met ingang van de dag waarop de beslissing aan de partij in persoon of op haar verblijfplaats is betekend of daarvan kennis is gegeven.
Hat die Partei, gegen die die Vollstreckung erwirkt werden soll, ihren gewöhnlichen Aufenthalt im Hoheitsgebiet eines anderen Mitgliedstaats als dem, in dem die Vollstreckbarerklärung ergangen ist, so beträgt die Frist für den Rechtsbehelf 45 Tage und beginnt von dem Tage an zu laufen, an dem die Vollstreckbarerklärung ihr entweder in Person oder in ihrer Wohnung zugestellt worden ist.