3. De lidstaten kunnen bepalen dat voor beslissingen die vóór het begin van de in lid 2, tweede alinea, bedoelde periode zijn genomen en die nog niet geheel of gedeeltelijk zijn uitgevoerd, machtiging of bevestiging door de algemene vergadering van aandeelhouders en/of de raad van toezicht vereist is wanneer de beslissing niet past in de normale activiteiten van de vennootschap en de uitvoering ervan het bod zou kunnen dwarsbomen.
3. Die Mitgliedstaaten können dafür sorgen, dass vor dem in Absatz 2 Unterabsatz 2 genannten Zeitpunkt gefasste Entscheidungen, die weder teilweise noch vollständig umgesetzt worden sind, einer Genehmigung oder Bestätigung der Hauptversammlung und/oder des Aufsichtsorgans bedürfen, wenn diese Entscheidungen außerhalb des normalen Geschäftsverlaufs gefasst wurden und ihre Umsetzung dazu führen könnte, dass das Angebot vereitelt wird.