56. onderstreept dat het cru
ciaal is dat de EU, waar dat mogelijk is, een nauwe sam
enwerking tot stand brengt met derde landen, met name de transitolanden en de landen van bestemming, om te kunnen vaststellen wanneer EU-burgers en niet-Europese ingezetenen die zich bij de strijd van terroristische organisaties aansluiten, uitreizen of terugkeren; benadrukt eveneens de noodzaak van een versterking van de poli
tieke dialoog en de gemeenschappelijke actieplan ...[+++]nen ter bestrijding van radicalisering en terrorisme in het kader van de bilaterale betrekkingen alsook met regionale organisaties, zoals de Afrikaanse Unie en de Liga van Arabische Staten; 56. weist darauf hin, dass die EU unbedingt eine enge Zusammenarbeit mit Drittländern einführen muss, insbesondere mit den Transitländern und den Zielländern, wenn dies möglich ist, damit die EU-Bürger und in der EU wohnhafte Drittstaatsangehörige, die ausreisen, um an der Seite einer terroristischen Organisation zu kämpfen, oder anschließend wiedereinreisen, ermittelt werden können; be
tont auch, dass der politische Dialog und die gemeinsamen Aktionspläne im Bereich der Bekämpfung der Radikalisierung und des Terrorismus im Rahmen der bilateralen Beziehungen sowie mit den regionalen Organisationen, wie der Afrikanischen Union und der Lig
...[+++]a der Arabischen Staaten, verstärkt werden müssen;