Degenen die het woord tot het gerecht mogen richten, hoeven niet, zoals in artikel 20, vierde alinea, van het statuut gebeurt, te worden opgesomd; een goede juridische vertegenwoordiging moet hierbij het uitgangspunt zijn.
Die Frage wer vom Gericht gehört wird, bedarf keiner enumerativen Aufzählung, wie dies derzeit in Artikel 20 Absatz 4 der Satzung der Fall ist..