Traduction de «gerechtelijke procedures en veroordeelt de volgens berichten uitgeoefende » (Néerlandais → Allemand) :

18. beschouwt de beslissing van de rechtbank van Moskou van 24 mei 2011 om het vonnis dat Michael Chordorkovski en zijn zakenpartner Platon Lebedev schuldig zijn aan verduistering te bevestigen als politiek gemotiveerd en veroordeelt met klem de politieke bemoeienis met het eerdere proces; betreurt de grote hoeveelheid tekortkomingen in de gerechtelijke procedures en veroordeelt de volgens berichten uitgeoefende druk op en bedreiging van getuigen door het Openbaar Ministerie; is van mening dat hiermee opnieuw een kritieke slag wordt toegebracht aan de eerbiediging van de rechtsstaat, die de moderniseringsagenda problematisch maakt;
18. erachtet den Beschluss des Stadtgerichts Moskau vom 24. Mai 2011, den Schuldspruch gegen Michail Chodorkowski und dessen Geschäftspartner Platon Lebedew wegen Unterschlagung aufrechtzuerhalten, für politisch motiviert und verurteilt die politische Einmischung in das vorherige Gerichtsverfahren auf das Schärfste; bedauert die zahlreichen Verfahrensmängel und verurteilt, dass Zeugen von den Strafverfolgungsbehörden unter Druck gesetzt und bedroht worden sein sollen; vertritt die Auffassung, dass damit der Rechtsstaatlichkeit ein weiterer schwerer Schlag versetzt wurde, durch den die Modernisierungsagenda nunmehr mit weiteren Problemen behaftet ist;

4. keurt het vonnis van het districtgerecht Chamovnitsjeski in Moskou van 30 december 2010, waarin Michael Chordorkovski en zijn zakenpartner Platon Lebedev schuldig zijn verklaard aan verduistering, af als een politiek gemotiveerd vonnis; veroordeelt ten stelligste de politieke inmenging in het proces; betreurt de grote hoeveelheid tekortkomingen in de gerechtelijke procedures en veroordeelt de volgens berichten uitgeoefende druk op en bedreiging van getuigen door het Openbaar Ministerie;
4. verurteilt den Schuldspruch wegen Unterschlagung des Bezirksgerichts des Moskauer Stadtteils Chamowniki vom 30. Dezember 2010 gegen Michail Chodorkowski und dessen Geschäftspartner Platon Lebedew als politisch motiviert; verurteilt die politische Einmischung in das Gerichtsverfahren auf das Schärfste; bedauert die zahlreichen Mängel in den Verfahren und verurteilt es, dass Zeugen von den Strafverfolgungsbehörden unter Druck gesetzt und bedroht worden sein sollen;

J. overwegende dat de druk op religieuze minderheden, met name de Bahai-gemeenschap, op bekeerlingen en op dissidente Shia-geleerden blijft toenemen; overwegende dat de Bahai-gemeenschap, hoewel zij de grootste niet-islamitische minderheid vormt, te lijden heeft onder hevige discriminatie, inclusief de ontzegging van toegang tot onderwijs, en overwegende dat de gerechtelijke procedure tegen de zeven gedetineerde leiders voortgaat en meer dan 100 leden van de gemeenschap gearresteerd blijven; overwegende dat volgens berichten in de eerste helft van 2011 op zijn minst 207 christenen zijn gearresteerd; overwegende dat soennitische moslims voort worden gediscrimineerd in de wetgeving en in de praktijk en dat hun wordt belet hun recht hun godsdienst te beoefenen volledig uit te oefenen; overwegende dat nog steeds een door de staat ondersteunde lastercampagne tegen Nematullahi-soefi's (Shia) wordt gevoerd, waarbij alle vormen van mysticisme worden afgebeeld als zijnde satanisch en de soefi-aanbidders worden vervolgd, met als flagrantste voorbeeld de gewapende aanval in Kavar in september 2011, waarbij één persoon is gedood en anderen ernstig zijn verwond;
J. in der Erwägung, dass der Druck auf religiöse Minderheiten, vor allem die Baha'i, und auf Konvertiten und abtrünnige Schia-Schüler weiter erhöht wird; in der Erwägung, dass die Baha'i, obwohl sie die größte nicht-muslimische religiöse Minderheit sind, unter schwerwiegenden Diskriminierungen leiden, indem ihnen unter anderen der Zugang zu Bildung verweigert wird, und dass die Gerichtsverfahren gegen ihre sieben inhaftierten Führer fortgeführt werden und über 100 Mitglieder der Religionsgemeinschaft weiterhin in Haft sind; in der Erwägung, dass Berichten zufolge in der ersten Hälfte des Jahres 2011 mindestens 207 Christen verhaftet wurden; in der Erwägung, dass sunnitische Muslime weiterhin praktisch und rechtlich diskriminiert und daran gehindert werden, ihr Recht auf Ausübung ihrer Religion in vollem Umfang wahrzunehmen; in der Erwägung, dass eine staatlich unterstützte Diffamierungskampagne gegen die (schiitischen) Nematollah-Sufis, in deren Rahmen alle Formen des Mystizismus als satanisch dargestellt und die Sufi-Anhänger verfolgt werden, fortgeführt wird, wobei das eklatanteste Beispiel dafür der bewaffnete Angriff in der Stadt Kavar im September 2011 war, bei dem eine Person getötet wurde und weitere schwer verletzt wurden;

J. overwegende dat de druk op religieuze minderheden, met name de Bahai-gemeenschap, op bekeerlingen en op dissidente Shia-geleerden blijft toenemen; overwegende dat de Bahai-gemeenschap, hoewel zij de grootste niet-islamitische minderheid vormt, te lijden heeft onder hevige discriminatie, inclusief de ontzegging van toegang tot onderwijs, en overwegende dat de gerechtelijke procedure tegen de zeven gedetineerde leiders voortgaat en meer dan 100 leden van de gemeenschap gearresteerd blijven; overwegende dat volgens berichten in de eerste helft van 2011 op zijn minst 207 christenen zijn gearresteerd; overwegende dat soennitische moslims voort worden gediscrimineerd in de wetgeving en in de praktijk en dat hun wordt belet hun recht hun godsdienst te beoefenen volledig uit te oefenen; overwegende dat nog steeds een door de staat ondersteunde lastercampagne tegen Nematullahi-soefi's (Shia) wordt gevoerd, waarbij alle vormen van mysticisme worden afgebeeld als zijnde satanisch en de soefi-aanbidders worden vervolgd, met als flagrantste voorbeeld de gewapende aanval in Kavar in september 2011, waarbij één persoon is gedood en anderen ernstig zijn verwond;
J. in der Erwägung, dass der Druck auf religiöse Minderheiten, vor allem die Baha’i, und auf Konvertiten und abtrünnige Schia-Schüler weiter erhöht wird; in der Erwägung, dass die Baha’i, obwohl sie die größte nicht-muslimische religiöse Minderheit sind, unter schwerwiegenden Diskriminierungen leiden, indem ihnen unter anderen der Zugang zu Bildung verweigert wird, und dass die Gerichtsverfahren gegen ihre sieben inhaftierten Führer fortgeführt werden und über 100 Mitglieder der Religionsgemeinschaft weiterhin in Haft sind; in der Erwägung, dass Berichten zufolge in der ersten Hälfte des Jahres 2011 mindestens 207 Christen verhaftet wurden; in der Erwägung, dass sunnitische Muslime weiterhin praktisch und rechtlich diskriminiert und daran gehindert werden, ihr Recht auf Ausübung ihrer Religion in vollem Umfang wahrzunehmen; in der Erwägung, dass eine staatlich unterstützte Diffamierungskampagne gegen die (schiitischen) Nematollah-Sufis, in deren Rahmen alle Formen des Mystizismus als satanisch dargestellt und die Sufi-Anhänger verfolgt werden, fortgeführt wird, wobei das eklatanteste Beispiel dafür der bewaffnete Angriff in der Stadt Kavar im September 2011 war, bei dem eine Person getötet wurde und weitere schwer verletzt wurden;

56. veroordeelt met klem alle vormen van represailles tegen mensenrechtenverdedigers en -activisten die meewerken aan het UPR-proces en de speciale procedures, met name in het geval van China; verzoekt de UNHRC onderzoek te doen naar berichten volgens welke een Chinese activist, Cao Shunli, die pleitte voor deelname van het maatschappelijk middenveld aan de UPR, sinds 14 september 2013 wordt vastgehouden; dringt er bij de voorzitter van de UNHRC op aan deze zaak en andere, vergelijkbare gevallen op de voet te volgen; verzoekt alle lidstaten passende bescherming te bieden tegen dergelijke intimidatiepraktijken; benadrukt dat door dergelijk optreden het hele mensenrechtensysteem van de VN wordt ondermijnd;
56. verurteilt entschieden alle Formen von Repressalien gegen Menschenrechtsverteidiger und -aktivisten, die mit dem Prozess der allgemeinen regelmäßigen Überprüfung und den Sonderverfahren zusammenarbeiten, insbesondere im Fall China; fordert den UNHRC auf, Meldungen nachzugehen, denen zufolge ein chinesischer Aktivist, Cao Shunli, der sich für eine Beteiligung der Zivilgesellschaft an der allgemeinen regelmäßigen Überprüfung eingesetzt hat, seit dem 14. September 2013 inhaftiert ist; fordert den Vorsitzenden des UNHRC nachdrücklich auf, diesem und ähnlichen Fällen aktiv nachzugehen, und fordert alle Staaten auf, für einen angemessenen Schutz vor solchen Einschüchterungstaktiken zu sorgen; betont, dass solche Repressalien das Menschenrechtssystem der Vereinten Nationen insgesamt schwächen;