6. Drukfactoren van leefmilieuaard : ( ondergrondse holten van wetenschappelijk belang, vochti
ge gebieden met een biologisch belang
, riviercontracten, gevoelige natuurgebieden, biol
ogisch zeer waardevolle gebieden, speciaal beschermde
gebieden voor avifauna, oppervlakte met een landschappelijke waarde, dichtbijgelegen en afgelegen preventie
gebieden, toezichts
gebieden op waterwinningen, kwetsbare
gebieden ...[+++] met de voornaamste waterhoudende lagen,.).
6. Umwelteinschränkungen: (unterirdische Hohlräume von wissenschaftlichem Interesse, Feuchtgebiete von biologischem Interesse, Flussverträge, empfindliche Naturgebiete, Gebiete von hohem biologischem Interesse, Sonderschutzgebiete für die Avifauna, Umkreise von landschaftlichem Interesse, Präventivzonen im Nahbereich, im Fernbereich und Uberwachungszonen der Wasserentnahmestellen, empfindliche Gebiete der Hauptgrundwasserleiter, usw.).