69. benadrukt dat de meest coherente aanpak voor de periode na 2020 erin bestaat voor de hele EU een streefdoel voor de vermindering van broeikasga
semissies voor 2030 vast te stellen, met inachtneming van de vermindering
van de uitstoot als gevolg van de EU-doelstellingen voor 2030 inzake energie-efficiëntie en hernieuwbare energie; merkt op dat de EU met een zogenoemde „pakketbenadering” bestaande uit doelstellingen op het gebied van energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en broeikasgasemissies, die worden gedefinieerd overeenkom
...[+++]stig het bestaande potentieel voor kosteneffectieve energiebesparingen, haar doelstellingen op het gebied van concurrentievermogen, energiezekerheid en het koolstofarm maken van de economie zou kunnen verwezenlijken met een lagere koolstofprijs en lagere lasten voor de industrie dan met alleen een streefdoel voor de vermindering van broeikasgasemissies; 69. betont, dass es für die Zeit nach 2020 am schlüssigsten ist, ein EU-weites Ziel für Treibhausgasemissionen bis 2030 zu setzen und dabei der Emissionsverringerung Rechnung zu tragen, die sich aus de
n für 2030 vorgesehenen Zielen der EU in Bezug auf Energieeffizienz und erneuerbare Energiequellen ergibt; weist darauf hin, dass die EU durch die Zusammenfassung ihrer Ziele für Energieeffizienz, erneuerbare Energiequellen und Treibhausgasemissionen in einem Paket und im Einklang mit dem vorhandenem Potenzial für kostenwirksame Energieeinsparungen ihre Ziele in den Bereichen Wettbewerbsfähigkeit, Energieversorgungssicherheit und Verringer
...[+++]ung der CO2 -Emissionen zu einem geringeren CO2 -Preis und mit geringerer Belastung der Industrie erreichen könnte, als wenn sie nur ein Ziel für Treibhausgasemissionen vorgibt;