Artikel 18 van de wet van 9 april 1930, zoals vervangen bij artikel 1 van de wet van 1 juli 1964 en zoals gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 10 februari 1998 « tot wijziging van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers teneinde de advocaat van de geïnterneerde het recht toe te kennen beroep in te stellen tegen de beslissing van de commissie tot bescherming van de maatschappij die een verzoek om invrijheidstelling afwijst » en bij artikel 40 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (II) bepaalt :
Artikel 18 des Gesetzes vom 9. April 1930, ersetzt durch Artikel 1 des Gesetzes vom 1. Juli 1964 und abgeändert durch Artikel 2 des Gesetzes vom 10. Februar 1998 « zur Abänderung des Gesetzes vom 1. Juli 1964 zum Schutz der Gesellschaft vor Anormalen und Gewohnheitsstraftätern, um dem Rechtsanwalt des Internierten das Recht zuzuerkennen, Berufung gegen die Entscheidung der Gesellschaftsschutzkommission, die einen Antrag auf Freilassung abweist, einzureichen » sowie durch Artikel 40 des Gesetzes vom 27. Dezember 2006 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen (II), bestimmt: