Vertaling van "gezamenlijke ontwikkeling vindt " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

ontwikkelingshulp [ gezamenlijke ontwikkeling | steun aan ontwikkelingslanden ]
Entwicklungshilfe [ gemeinsame Entwicklung ]

gezamenlijke ontwikkeling
partnerschaftliche Entwicklung

het uitvoeren van gezamenlijke programma's en projecten voor onderzoek en ontwikkeling
Durchfuehrung gemeinsamer Forschungs- und Entwicklungsprogramme und -projekte

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Samenwerking met landen van herkomst en doorreis vindt plaats op bilateraal niveau, in alle bestaande kaders, met name die van de mobiliteitspartnerschappen, de gezamenlijke agenda voor migratie en mobiliteit en de overnameovereenkomsten. Afspraken over andere kwesties, waaronder handel en ontwikkeling, zullen ook worden gebruikt om samenwerking op het vlak van migratie te bespreken.
Die Zusammenarbeit mit den Herkunfts- und Transitländern erfolgt auf bilateraler Ebene unter Nutzung aller vorhandenen Rahmen. Dazu zählen insbesondere die Mobilitätspartnerschaften, die Gemeinsame Agenda für Migration und Mobilität sowie die Rückübernahmeabkommen. Auch die Kontakte in anderen Bereichen wie z. B. Handel und Entwicklung werden genutzt werden, um die Zusammenarbeit im Bereich der Migration zu erörtern.

7. is van oordeel dat er een nauw verband bestaat tussen ontwikkeling en conflictpreventie, aangezien armoede vaak een primaire bron of een rechtstreeks gevolg is van conflicten; benadrukt dat preventie bijdraagt tot vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling; vindt het een goede zaak dat in de gezamenlijke mededeling de nadruk wordt gelegd op preventie en vraagt dat de systemen van de EU voor vroegtijdige waarschuwing worden verbeterd; verzoekt de EU landen in kwetsbare situaties te blijven steunen, om zo het hoofd te bieden aan de achterliggende oorzaken en te zorgen voor goed werkende en verantwoordelijke instellingen die in staat zijn basisdiensten te leveren en de bestrijding van armoede te ondersteunen; benadrukt dat een EU-strategie voor fragiele staten moet worden uitgewerkt, waarbij de OESO/DAC-beginselen voor fragiele staten en de doelstellingen van de in Busan in december 2011 overeengekomen New Deal voor de inzet in fragiele staten, in het EU-systeem worden verwerkt;
7. ist der Ansicht, dass ein enger Zusammenhang zwischen Entwicklung und Konfliktverhütung besteht, da Armut häufig sowohl die wichtigste Ursache als auch das Ergebnis von Konflikten ist; betont, dass durch Verhütung ein Beitrag zu Frieden, Sicherheit und nachhaltiger Entwicklung geleistet wird; begrüßt, dass in der gemeinsamen Mitteilung ein Schwerpunkt auf die Verhütung gelegt wird, und fordert, dass das Frühwarnsystem der EU gestärkt wird; fordert die EU auf, weiterhin Länder in fragilen Situationen zu unterstützen, um die Grundursachen anzugehen sowie funktionsfähige und rechenschaftspflichtige Institutionen zu schaffen, die grundlegende Dienstleistungen erbringen und die Linderung der Armut unterstützen können; betont, dass eine Strategie der EU zu fragilen Staaten ausgearbeitet werden muss, mit der sowohl die OECD/DAC-Grundsätze für fragile Staaten als auch die im Dezember 2011 in Busan vereinbarten Ziele des „New Deals für das Engagement in fragilen Staaten“ in das System der EU aufgenommen würden;

25. is van oordeel dat er een nauw verband bestaat tussen ontwikkeling en conflictpreventie, aangezien armoede vaak een primaire bron of een rechtstreeks gevolg is van conflicten; benadrukt dat preventie bijdraagt tot vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling; vindt het een goede zaak dat in de gezamenlijke mededeling de nadruk wordt gelegd op preventie en dringt erop aan dat de systemen van de EU voor vroegtijdige waarschuwing worden verbeterd; verzoekt de EU landen in kwetsbare situaties te blijven steunen, om zo het hoofd te bieden aan de onderliggende oorzaken en te zorgen voor goed werkende en verantwoordelijke instellingen die in staat zijn basisdiensten te leveren en de bestrijding van armoede te ondersteunen; benadrukt dat een EU-strategie voor fragiele staten moet worden uitgewerkt, waarbij de OESO/DAC-beginselen voor fragiele staten en de doelstellingen van de in Busan in december 2011 overeengekomen New Deal voor het engagement ten aanzien van fragiele staten, in het EU-systeem worden verwerkt;
25. ist der Ansicht, dass ein enger Zusammenhang zwischen Entwicklung und Konfliktprävention besteht, da Armut häufig sowohl die wichtigste Ursache als auch das Ergebnis von Konflikten ist; betont, dass durch Prävention ein Beitrag zu Frieden, Sicherheit und nachhaltiger Entwicklung geleistet wird; begrüßt, dass in der gemeinsamen Mitteilung ein Schwerpunkt auf die Prävention gelegt wird, und fordert, dass die Frühwarnsysteme der EU gestärkt werden; fordert die EU auf, weiterhin Länder in fragilen Situationen zu unterstützen, um die Grundursachen anzugehen sowie funktionsfähige und rechenschaftspflichtige Institutionen zu schaffen, die grundlegende Dienstleistungen erbringen und die Linderung der Armut unterstützen können; betont, dass eine Strategie der EU für fragile Staaten ausgearbeitet werden muss, mit der sowohl die OECD/DAC-Grundsätze für fragile Staaten als auch die im Dezember 2011 in Busan vereinbarten Ziele des „New Deals für das Engagement in fragilen Staaten“ in das System der EU aufgenommen werden;

is ingenomen met de gezamenlijke mededeling inzake capaciteitsopbouw en dringt evenals de Raad aan op de spoedige tenuitvoerlegging ervan; benadrukt dat de Unie, in het bijzonder door middel van haar alomvattende aanpak waarbij onder meer civiele en militaire middelen worden ingezet, kan bijdragen tot de veiligheid in kwetsbare en door conflicten getroffen landen en kan helpen voorzien in de behoeften van haar partners, vooral als het militaire begunstigden betreft, en herhaalt dat veiligheid een noodzakelijke voorwaarde is voor ontwikkeling en democratie; vindt het betreurenswaardig dat de Europese Commissie en de Raad beiden hebben nagelaten hun beoordeling van de juridische opties ter ondersteuning van capaciteitsopbouw te delen met het Parlement; roept beide instellingen op het Europees Parlement hiervan tijdig op de hoogte te stellen; verzoekt de Europese Commissie een rechtsgrond voor te stellen die in overeenstemming is met de oorspronkelijke Europese doelstellingen van 2013 zoals deze zijn uiteengezet in het initiatief „Enable and Enhance”.
begrüßt die Gemeinsame Erklärung zum Kapazitätsaufbau und schließt sich der Forderung des Rates nach einer zügigen Umsetzung an; weist auf das Potenzial der EU hin, insbesondere mit ihrem umfassenden Ansatz, der zivile und militärische Mittel umfasst, zur Erhöhung der Sicherheit in fragilen und von Konflikten betroffenen Staaten beizutragen und den Bedarf ihrer Partner, insbesondere militärischer Begünstigter, zu decken, und bekräftigt, dass Entwicklung und Demokratie Sicherheit bedingen; bedauert, dass weder die Kommission noch der Rat das Europäische Parlament über ihre bzw. seine Bewertung unterrichtet hat, was die rechtlichen Optionen zur Unterstützung des Kapazitätsaufbaus betrifft; fordert beide Organe auf, das Europäische Parlament rechtzeitig über diese Bewertung zu unterrichten; fordert die Kommission auf, eine Rechtsgrundlage im Einklang mit den ursprünglichen Zielen der EU von 2013, die sie in der Initiative „Enable and Enhance“ (Befähigen und Verbessern) darlegte, vorzuschlagen.

23. meent dat de multidimensionele aard van immigratie om nauwe samenwerking vraagt met alle betrokken derde landen; is van oordeel dat de ministeriële conferenties van Rabat en Tripoli in 2006 en het in juli 2007 in Brussel gehouden Global Migration Forum (waarbij het Europees Parlement was vertegenwoordigd) de aanzet gaven tot deze dialoog die nodig is tussen de landen van oorsprong en de transitlanden en de Europese landen van bestemming bij emigratie; dat deze dialoog het mogelijk moet maken de basis te leggen voor een echt partnerschap op basis van gezamenlijke ontwikkeling; vindt dat deze dialoog, voor wat de illegale immigratie betreft, moet beogen dat readmissieovereenkomsten worden gesloten of dat het functioneren ervan wordt verbeterd;
23. vertritt die Auffassung, dass der multidimensionale Charakter der Zuwanderung eine enge Zusammenarbeit mit allen betroffenen Drittländern erfordert; ist ferner der Ansicht, dass die Ministerkonferenzen von Rabat und Tripolis im Jahr 2006 sowie das Globale Forum der Vereinten Nationen über Migration im Juli 2007 in Brüssel (bei denen das Europäische Parlament vertreten war) den Startschuss für diesen notwendigen Dialog zwischen den Herkunfts- und Transitländern und den europäischen Zielländern der Zuwanderung gegeben haben und dass dieser Dialog es ermöglichen muss, die Grundlagen für eine echte Partnerschaft auf der Basis der gemeinsamer Entwicklung zu schaffen; ist der Auffassung, dass diese hinsichtlich der illegalen Einwanderung das Ziel haben muss, Rückübernahmeabkommen abzuschließen bzw. ihre Funktionsweise zu verbessern;

23. meent dat de multidimensionele aard van immigratie om nauwe samenwerking vraagt met alle betrokken derde landen; is van oordeel dat de ministeriële conferenties van Rabat en Tripoli in 2006 en het in juli 2007 in Brussel gehouden Global Migration Forum (waarbij het Europees Parlement was vertegenwoordigd) de aanzet gaven tot deze dialoog die nodig is tussen de landen van oorsprong en de transitlanden en de Europese landen van bestemming bij emigratie; dat deze dialoog het mogelijk moet maken de basis te leggen voor een echt partnerschap op basis van gezamenlijke ontwikkeling; vindt dat er, voor wat de illegale immigratie betreft, op moet worden toegezien dat de werking van de readmissieovereenkomsten moet worden ingevoerd of verbeterd;
23. vertritt die Auffassung, dass der multidimensionale Charakter der Zuwanderung eine enge Zusammenarbeit mit allen betroffenen Drittländern erfordert; ist ferner der Ansicht, dass die Ministerkonferenzen von Rabat und Tripolis im Jahr 2006 sowie das Globale Forum der Vereinten Nationen über Migration und Entwicklung im Juli 2007 in Brüssel (bei denen das Europäische Parlament vertreten war) den Startschuss für diesen notwendigen Dialog zwischen den Herkunfts- und Transitländern und den europäischen Zielländern der Zuwanderung gegeben haben und dass dieser Dialog es ermöglichen muss, die Grundlagen für eine echte Partnerschaft auf der Basis der gemeinsamer Entwicklung zu schaffen; ist der Auffassung, dass diese hinsichtlich der illegalen Einwanderung das Ziel haben muss, Rückübernahmeabkommen abzuschließen bzw. ihre Funktionsweise zu verbessern;