Evenzo blijkt uit de cijfergegevens van de Vlaamse Gemeenschapscommissie die de Vlaamse Regering op verzoek van het Hof heeft meegedeeld, dat, van het schooljaar 1979-1980 tot het schooljaar 2010-2011 in het lager onderwijs, het percentage (homogene of taalgemengde) Nederlandstalige gezinnen is gedaald van 96 percent tot 35,9 percent, en dat, van het schooljaar 1991-1992 tot het schooljaar 2010-2011 in het secundair onderwijs, dat percentage is gedaald van 93,7 percent tot 56,8 percent.
Ebenso geht aus den Zahlenangaben der Flämischen Gemeinschaftskommission, die durch die Flämische Regierung auf Anfrage des Gerichtshofes vorgelegt werden, hervor, dass vom Schuljahr 1979-1980 bis zum Schuljahr 2010-2011 im Primarschulunterricht der Prozentsatz der (homogen oder gemischt) niederländischsprachigen Familien von 96 Prozent auf 35,9 Prozent gesunken ist und dass er vom Schuljahr 1991-1992 bis zum Schuljahr 2010-2011 im Sekundarunterricht von 93,7 Prozent auf 56,8 Prozent gesunken ist.