5. Voor de financiële toewijzingen voor bilaterale en meerlandenprogramma's worden duidelijk afgebakende en geëvalueerde, transparante en objectieve criteria gebruikt waarin het in artikel 4, lid 1, beschreven differentiatiebeginsel tot uiting komt.
(5) Die Mittelzuweisungen für Länder- und Mehrländerprogramme werden anhand transparenter und objektiver Kriterien, die eindeutig festgelegt und bewertet werden, und nach dem in Artikel 4 Absatz 1 genannten Grundsatz der Differenzierung festgelegt..