5. Bij de uitvoering van een platforminspectie uit hoofde van deze richtlijn dient de betrokken bevoegde autoriteit al het mogelijke te doen om te voorkomen dat het geïnspecteerde luchtvaartuig onredelijke vertraging oploopt.
(5) Bei der Durchführung einer Vorfeldinspektion gemäß dieser Richtlinie bemüht sich die betreffende zuständige Behörde nach besten Kräften, eine unverhältnismäßige Verspätung des inspizierten Luftfahrzeugs zu vermeiden.