2° de nauwkeurige bestemming van de in artikel 25 bedoelde gebieden, het tracé van de verbindings- en verkeerswegen voor het vervoer van vloei- en brandstoffen, de ruimte die bestemd is voor groen-, landbouw- of bosgebieden, voor de landschappen die nodig zijn in het raam van de ecologische vermazing, voor gebouwen en openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen;
2° die ausführlich angeführte Zweckbestimmung der in Artikel 25 genannten Gebiete, die Trasse der Verkehrsinfrastrukturen und der Infrastrukturen für den Transport von Flüssigkeiten und Energie, die vorbehaltenen Standorte für Grün-, Agrar- oder Forstgebiete, für die im Hinblick auf die ökologische Vermaschung wichtigen Landschaften sowie für die öffentlichen und gemeinschaftlichen Konstruktionen und Ausrüstungen;