12. ziet de observatieprogramma's als een volgende stap naar de oprichting van een volledig preventieve staat, waarbij het gevestigde paradigma van strafrecht in democratische samenlevingen, volgens hetwelk
elke ingreep in de grondrechten van verdachten door een rechter of officier van justitie op basis van een redelijke verdenking en in overeenstemming met het toepasselijke recht moet zijn goedgekeurd, verandert en in plaats daarvan een combinatie van wetshandhavings- en inlichtingenactiviteiten met vervaagde en afgezwakte juridische waarborgen wordt bevorderd, die vaak niet in lijn is met democratische controles en evenwichten en de gr
...[+++]ondrechten, met name het vermoeden van onschuld; herinnert in dit opzicht aan het besluit van het Duits federaal Constitutioneel Hof over het verbod op het gebruik van preventieve registervergelijking („präventive Rasterfahndung’) tenzij er een bewijs is voor concreet gevaar voor andere hoogwaardige wettelijk beschermde rechten, waarbij een algemene dreigingssituatie of internationale spanningen niet voldoende zijn om dergelijke maatregelen te rechtvaardigen; 12. erachtet die Überwachungsprogramme als weiteren Schritt hin zu
r Einrichtung eines echten Präventionsstaats, in dem ein Paradigmenwechsel des in demokratischen Gesellschaften etablierten Strafrechts erfolg
t, demzufolge jeder Eingriff in die Grundrechte eines Verdächtigen von einem Richter oder Staatsanwalt auf der Grundlage eines begründeten Verdachts genehmigt und gesetzlich geregelt werden muss, und stattdessen eine Mischung aus Strafverfolgungs- und Geheimdienstaktivitäten propagiert wird, die unklaren und verwässerten rechtlich
...[+++]en Bestimmungen unterliegen und oftmals nicht mit den demokratischen Kontrollmechanismen und den Grundrechten, insbesondere der Unschuldsvermutung, vereinbar sind; verweist in diesem Zusammenhang auf die Entscheidung des Bundesverfassungsgerichts , nach der eine präventive Rasterfahndung nur dann zulässig ist, wenn nachweislich eine konkrete Gefahr für andere hochrangige Rechtsgüter vorliegt, weshalb eine allgemeine Bedrohungslage oder außenpolitische Spannungslagen nicht ausreichen, um derartige Maßnahmen zu rechtfertigen;