De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of artikel 44 van het Decreet Natuurbehoud bestaanbaar is met de artike
len 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de subsidiëring van de aankoop van gebieden met het oog op natuurbehoud verbindt aan de oprichting van erkende rese
rvaten door erkende terreinbeherende natuurverenigingen en de subsidiëring aldus mogelijk zou maken, ongeacht de bestemming die de desbetreffende terreinen hebben overeenkomstig de regelge
ving betreffende de ruimtelijke ...[+++] ordening en de stedenbouw (hierna : ruimtelijke bestemming), met uitzondering van de beperkingen waarin artikel 44, § 2, tweede lid, voorziet.Mit der präjudiziellen Frage wird dem Hof die Frage gestellt, ob Artikel 44 des Naturerhaltungsdekrets mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern er die Bezuschussung des Erwerbs von Gebieten zum Zwecke der Naturerhaltung mit der Einrichtung anerkannter Naturschutzgebiete durch anerkannte Naturvereinigungen, die Gebiete verwalten, verbinde, und somit die Bezuschussung ermögliche, ungeachtet der gemäss der Gesetzgebung über Raumordnung und Städtebau festgelegten
Zweckbestimmung der betreffenden Grundstücke (nachstehend: raumordnerische Zweckbestimmung), mit Ausnahme der in Artikel 44 § 2 Absatz 2 festgelegten Einsch
...[+++]ränkungen.