T. overwegende dat grondrechten, met name de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van de pers, de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, de vrijheid van vereniging, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de gegevensbescherming, alsook het recht op een doeltreffende voorziening in rechte, het vermoeden van onschuld en het recht op een eerlijk proces en non-discriminatie, als neergelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, hoekstenen van de democratie zijn;
overwegende dat de grootschalige surveillance van mensen onverenigbaar
...[+++]is met deze hoekstenen;
T. in der Erwägung, dass Grundrechte, insbesondere freie Meinungsäußerung, Pressefreiheit, Gedanken-, Gewissens-, Religions- und Versammlungsfreiheit, Schutz der Privatsphäre, Datenschutz sowie das Recht auf einen wirksamen Rechtsbehelf, auf Unschuldsvermutung, auf ein faires Verfahren und Nichtdiskriminierung, wie sie in der Charta der Grundrechte der Europäischen Union und in der Europäischen Menschenrechtskonvention verankert sind, die Eckpfeiler der Demokratie darstellen; in der Erwägung, dass die Massenüberwachung von Menschen mit diesen Eckpfeilern unvereinbar ist;