25. is ten zeerste verontrust over de situatie in het Midden-Oosten en de escalatie van het conflict tussen Israël en Palestina, met name na de moord op de leider van Hamas, Sheikh Ahmed Yassin, en zeven andere Palestijnen door het Israëlische leger op 22 maart 2004; is van oordeel dat dergelijke moorden strijdig zijn met het internationaal recht en het concept van de rechtsstaat ondermijnen, dat een fundamenteel element is in de strijd tegen het terrorisme;
25. bringt seine tiefe Besorgnis über die Lage im Nahen Osten und die Verschärfung des israelisch-palästinensischen Konflikts, die insbesondere durch die außergerichtliche Tötung von Hamas-Führer Scheich Ahmed Jassin und sieben anderer Palästinenser durch israelische Streitkräfte am 22. März 2004 herbeigeführt worden ist, zum Ausdruck; ist der Ansicht, dass außergerichtliche Tötungen völkerrechtswidrig sind und das Prinzip der Rechtsstaatlichkeit, einen Grundpfeiler des Kampfs gegen den Terrorismus, untergraben;
