18. spreekt zijn veroordeling uit over de inmenging van een ambtenaar van het Chinese Verbindingsbureau, die dreigementen heeft geuit tegenover Hongkongs
e ondernemingen die handel drijven met Taiwanese bedrijven welke zich naar de mening van de Volksrepubliek China te veel beijveren voor de onafhankelijkheid van Taiwan; is van mening dat dit een aantasting vormt van de Fu
ndamentele Wet; is daarom tevreden over de scherpe kritiek die zowel de Hoofdbestuurder als de Hoofdsecretaris van het HKS
...[+++]AR-bestuur hebben geleverd op deze inmenging;
18. verurteilt die Intervention eines Beamten des Chinesischen Verbindungsbüros, der Drohungen gegenüber Unternehmen aus Hongkong ausgesprochen hat, die Handel mit taiwanesischen Firmen treiben, die nach Einschätzung der Volksrepublik China die Unabhängigkeit befürworten; begrüßt in der Überzeugung, dass dies ein Verstoß gegen das Grundgesetz ist, die strenge Kritik, die sowohl der "Chief Executive” als auch der "Chief Secretary” der Verwaltung des SAR Hongkong an dieser Intervention geübt haben;