Uit het arrest waarin aan het Hof een vraag wordt gesteld, blijkt dat het voor de verwijzende rechter hangende geschil betrekking heeft op een bijslagtrekkende die alleenstaande was en wiens kinderen bijgevolg de in de in het geding zijnde bepaling bedoelde verhoogde kinderbijslag genoten, en die vervolgens opnieuw is gehuwd in het buitenland met een persoon van vreemde nationaliteit die niet de vereiste machtigingen heeft verkregen om het grondgebied te betreden en die om die reden geen deel heeft kunnen uitmaken van het gezin van de bijslagtrekkende.
Aus dem Entscheid, mit dem der Gerichtshof befragt wird, geht hervor, dass die vor dem vorlegenden Richter anhängige Streitsache einen Zulagenempfänger betrifft, der allein stehend war und dessen Kinder daher die in der fraglichen Bestimmung vorgesehenen erhöhten Familienbeihilfen erhielten, der anschließend wieder im Ausland eine Person ausländischer Staatsangehörigkeit geheiratet hat, die nicht die erforderlichen Genehmigungen für ihren Zugang zum Staatsgebiet erhalten hat und die aus diesem Grund nicht dem Haushalt des Zulagenempfängers angehören konnte.