Traduction de «hebben plaatsgevonden betuigt » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

de door de gemachtigde verrichte handeling wordt geacht niet te hebben plaatsgevonden
die Handlung des Vertreters gilt als nicht erfolgt

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

14. herhaalt hoe belangrijk het is dat ervoor wordt gezorgd dat er verantwoording wordt afgelegd voor de schendingen van de mensenrechten en het humanitair recht die gedurende het conflict hebben plaatsgevonden; betuigt zijn volledige steun aan de onafhankelijke onderzoekscommissie voor Syrië en aan de verlenging van haar mandaat door de Mensenrechtenraad; is verheugd over de benoeming van Carla del Ponte en Vitit Muntarbhorn als nieuwe leden, en over de benoeming van Paolo Pinheiro als speciaal rapporteur over Syrië, die zal aanvangen met zijn werkzaamheden zodra het mandaat van de onderzoekscommissie afloopt; is verheugd over het rapport van de commissie waarin de gruwelijkheden in Syrië worden beschreven;
14. bekräftigt erneut, dass dafür gesorgt werden muss, dass für Verstöße gegen internationale Menschenrechtsnormen und gegen das humanitäre Völkerrecht, die während des Konflikts begangen werden, Verantwortung übernommen wird; bringt seine umfassende Unterstützung für die Unabhängige Untersuchungskommission zu Syrien und der Verlängerung des Mandats dieser Kommission durch den UNHRC zum Ausdruck; begrüßt, dass Carla del Ponte und Vitit Muntarbhorn zu Mitgliedern ernannt wurden und dass Paolo Pinheiro zum Sonderberichterstatter für Syrien ernannt wurde, dessen Arbeit beginnen wird, sobald das Mandat der Untersuchungskommission beendet ist; begrüßt den Bericht der Kommission, in dem die in Syrien begangenen Gräueltaten dargelegt werden;

21. veroordeelt de schendingen van de mensenrechten op de Krim die sinds de bezetting door de Russische strijdkrachten hebben plaatsgevonden, met inbegrip van intimidatie en een toenemend aantal gedwongen verdwijningen , de beperking van de vrijheid van meningsuiting en de vervolging van minderheden, met name etnische en nationale minderheden; veroordeelt de stelselmatige vervolging van de autochtone Krim-Tataren die hebben deelgenomen aan demonstraties ter ondersteuning van de territoriale integriteit van Oekraïne; wijst er nogmaals op dat duizenden Krim-Tataren uit vrees voor vervolging hun land zijn ontvlucht en in andere delen van Oekraïne een heenkomen hebben gezocht; betuigt zijn solidariteit met hen en dringt aan op verbetering van de situatie; verzoekt de Russische autoriteiten de intimidatie van de assemblee van de Krim-Tataren, de Mejlis , onmiddellijk te staken; dringt er bij Rusland op aan de mensenrechten van de lokale bevolking van de Krim volledig te eerbiedigen en roept Oekraïne, de EU en haar lidstaten op om toe te zien op de eerbiediging van de mensenrechten op de Krim;
21. verurteilt die seit der Besetzung der Krim durch die russische Armee dort verübten Menschenrechtsverletzungen, etwa in Form von Bedrohungen, immer häufigeren Verschleppungen , der Einschränkung des Rechts auf freie Meinungsäußerung und der Verfolgung von – insbesondere ethnischen und nationalen – Minderheiten; verurteilt die systematische Verfolgung der traditionell dort ansässigen Krimtataren, die sich an Demonstrationen zur Unterstützung der territorialen Integrität der Ukraine beteiligt haben; weist darauf hin, dass die Krimtataren aus Angst vor Verfolgung zu Tausenden aus ihrer Heimat geflohen sind und in anderen ukrainischen Gebieten Zuflucht gesucht haben; bringt seine Solidarität mit ihnen zum Ausdruck und fordert dringend eine Verbesserung der Lage; fordert den russischen Staat auf, die Schikanen gegenüber dem Exekutivorgan der Krimtataren, dem Mejlis, umgehend einzustellen; fordert Russland auf, die Menschenrechte der einheimischen Bevölkerung auf der Krim uneingeschränkt zu achten, und fordert die Ukraine, die EU und ihre Mitgliedstaaten auf, die Achtung der Menschenrechte auf der Krim zu überwachen;

21. veroordeelt de schendingen van de mensenrechten op de Krim die sinds de bezetting door de Russische strijdkrachten hebben plaatsgevonden, met inbegrip van intimidatie en een toenemend aantal gedwongen verdwijningen, de beperking van de vrijheid van meningsuiting en de vervolging van minderheden, met name etnische en nationale minderheden; veroordeelt de stelselmatige vervolging van de autochtone Krim-Tataren die hebben deelgenomen aan demonstraties ter ondersteuning van de territoriale integriteit van Oekraïne; wijst er nogmaals op dat duizenden Krim-Tataren uit vrees voor vervolging hun land zijn ontvlucht en in andere delen van Oekraïne een heenkomen hebben gezocht; betuigt zijn solidariteit met hen en dringt aan op verbetering van de situatie; verzoekt de Russische autoriteiten de intimidatie van de assemblee van de Krim-Tataren, de Mejlis, onmiddellijk te staken; dringt er bij Rusland op aan de mensenrechten van de lokale bevolking van de Krim volledig te eerbiedigen en roept Oekraïne, de EU en haar lidstaten op om toe te zien op de eerbiediging van de mensenrechten op de Krim;
21. verurteilt die seit der Besetzung der Krim durch die russische Armee dort verübten Menschenrechtsverletzungen, etwa in Form von Bedrohungen, immer häufigeren Verschleppungen, der Einschränkung des Rechts auf freie Meinungsäußerung und der Verfolgung von – insbesondere ethnischen und nationalen – Minderheiten; verurteilt die systematische Verfolgung der traditionell dort ansässigen Krimtataren, die sich an Demonstrationen zur Unterstützung der territorialen Integrität der Ukraine beteiligt haben; weist darauf hin, dass die Krimtataren aus Angst vor Verfolgung zu Tausenden aus ihrer Heimat geflohen sind und in anderen ukrainischen Gebieten Zuflucht gesucht haben; bringt seine Solidarität mit ihnen zum Ausdruck und fordert dringend eine Verbesserung der Lage; fordert den russischen Staat auf, die Schikanen gegenüber dem Exekutivorgan der Krimtataren, dem Mejlis, umgehend einzustellen; fordert Russland auf, die Menschenrechte der einheimischen Bevölkerung auf der Krim uneingeschränkt zu achten, und fordert die Ukraine, die EU und ihre Mitgliedstaaten auf, die Achtung der Menschenrechte auf der Krim zu überwachen;

betuigt zijn tevredenheid over het werk van zijn Tijdelijke Commissie inzake het verondersteld gebruik door de CIA van Europese landen voor het vervoer en illegaal vasthouden van gevangenen, en over het verslag van die commissie dat resulteerde in de resolutie die het Parlement dienaangaande heeft aangenomen op 14 februari 2007 (26); verzoekt de Europese Unie en de lidstaten om op alle niveaus samen te werken bij het opsporen en aanklagen van de praktijk van buitengewone uitlevering, nu en de toekomst; roept in dit de Commissie op verslag uit te brengen aan het Parlement over de antwoorden op zijn brieven van 23 juli 2007 aan de Poolse en Roemeense regering, waarin het gedetailleerde informatie vroeg over de uitkomsten van de onderzoeken die in beide landen hebben plaatsgevonden, en over de resultaten van de vragenlijst die naar alle EU-lidstaten is gestuurd over hun respectieve wetgeving ter bestrijding van terrorisme, zoals is aangekondigd tijdens de plenaire vergadering in september 2007;
erkennt die Arbeit seines Nichtständigen Ausschusses zur behaupteten Nutzung europäischer Staaten durch die CIA für die Beförderung und das rechtswidrige Festhalten von Gefangenen an und den Bericht dieses Ausschusses, der zu der in diesem Zusammenhang vom Europäischen Parlament am 14. Februar 2007 (26) angenommenen Entschließung führte; fordert die Europäische Union und die Mitgliedstaaten auf, auf allen Ebenen zusammenzuarbeiten, um die Praxis der außerordentlichen Überstellungen zu enthüllen und ihr ein für alle Mal ein Ende zu setzen; fordert in diesem Zusammenhang die Kommission auf, dem Parlament über die Antworten auf die Schreiben der Kommission vom 23. Juli 2007 an die polnische und die rumänische Regierung, in denen ausführliche Informationen über das Ergebnis der Ermittlungen, die in beiden Ländern durchgeführt wurden, gefordert wurden, sowie über die Auswertung der an alle EU-Mitgliedstaaten verschickten Fragebogen betreffend ihre jeweiligen Rechtsvorschriften zur Bekämpfung von Terrorismus Bericht zu erstatten, wie im September 2007 im Plenum angekündigt wurde;

151. betuigt zijn tevredenheid over het werk van zijn Tijdelijke Commissie inzake het verondersteld gebruik door de CIA van Europese landen voor het vervoer en illegaal vasthouden van gevangenen, en over het verslag van die commissie dat resulteerde in de resolutie die het Parlement dienaangaande heeft aangenomen op 14 februari 2007 ; verzoekt de Europese Unie en de lidstaten om op alle niveaus samen te werken bij het opsporen en aanklagen van de praktijk van buitengewone uitlevering, nu en de toekomst; roept in dit de Commissie op verslag uit te brengen aan het Parlement over de antwoorden op zijn brieven van 23 juli 2007 aan de Poolse en Roemeense regering, waarin het gedetailleerde informatie vroeg over de uitkomsten van de onderzoeken die in beide landen hebben plaatsgevonden, en over de resultaten van de vragenlijst die naar alle EU-lidstaten is gestuurd over hun respectieve wetgeving ter bestrijding van terrorisme, zoals is aangekondigd tijdens de plenaire vergadering in september 2007;
151. erkennt die Arbeit seines Nichtständigen Ausschusses zur behaupteten Nutzung europäischer Staaten durch die CIA für die Beförderung und das rechtswidrige Festhalten von Gefangenen an und den Bericht dieses Ausschusses, der zu der in diesem Zusammenhang vom Europäischen Parlament am 14. Februar 2007 angenommenen Entschließung führte; fordert die Europäische Union und die Mitgliedstaaten auf, auf allen Ebenen zusammenzuarbeiten, um die Praxis der außerordentlichen Überstellungen zu enthüllen und ihr ein für alle Mal ein Ende zu setzen; fordert in diesem Zusammenhang die Kommission auf, dem Parlament über die Antworten auf die Schreiben der Kommission vom 23. Juli 2007 an die polnische und die rumänische Regierung, in denen ausführliche Informationen über das Ergebnis der Ermittlungen, die in beiden Ländern durchgeführt wurden, gefordert wurden, sowie über die Auswertung der an alle EU-Mitgliedstaaten verschickten Fragebogen betreffend ihre jeweiligen Rechtsvorschriften zur Bekämpfung von Terrorismus Bericht zu erstatten, wie im September 2007 im Plenum angekündigt wurde;

149. betuigt zijn tevredenheid over het werk van zijn Tijdelijke Commissie verondersteld gebruik door de CIA van Europese landen voor het vervoer en illegaal vasthouden van gevangenen, en over het op 14 februari 2007(2) aangenomen verslag van die commissie; verzoekt de Europese Unie en de lidstaten om op alle niveaus samen te werken bij het opsporen en aanklagen van de praktijk van buitengewone uitlevering, nu en de toekomst; roept in dit verband commissaris Frattini op verslag uit te brengen aan het Parlement over de antwoorden op zijn brieven van 23 juli 2007 aan de Poolse en Roemeense regering, waarin hij gedetailleerde informatie vroeg over de uitkomsten van de onderzoeken die in beide landen hebben plaatsgevonden, en over de resultaten van de vragenlijst die naar alle EU-lidstaten is gestuurd over hun respectieve wetgeving ter bestrijding van terrorisme, zoals is aangekondigd tijdens de plenaire vergadering in september 2007;
149. erkennt die Arbeit seines Nichtständigen Ausschusses zur behaupteten Nutzung europäischer Staaten durch die CIA für die Beförderung und das rechtswidrige Festhalten von Gefangenen an und den Bericht dieses Ausschusses, der zu der in diesem Zusammenhang vom Europäischen Parlament am 14. Februar 2007 angenommenen Entschließung führte; fordert die Europäische Union und die Mitgliedstaaten auf, auf allen Ebenen zusammenzuarbeiten, um die Praxis der außerordentlichen Überstellungen zu enthüllen und ihr ein für alle Mal ein Ende zu setzen; fordert in diesem Zusammenhang Kommissionsmitglied Frattini auf, dem Parlament über die Antworten auf die Schreiben der Kommission vom 23. Juli 2007 an die polnische und die rumänische Regierung, in denen ausführliche Informationen über das Ergebnis der Ermittlungen, die in beiden Ländern durchgeführt wurden, gefordert wurden, sowie über die Auswertung der an alle EU-Mitgliedstaaten verschickten Fragebogen betreffend ihre jeweiligen Rechtsvorschriften zur Bekämpfung von Terrorismus Bericht zu erstatten, wie im September 2007 im Plenum angekündigt wurde;