-1 bis. Ingevolge artikel 11, lid 1, van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) van de Verenigde Naties van 1948 heeft een ieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, er recht op voor onschuldig gehouden te worden, totdat zijn schuld volgens de wet bewezen wordt in een openbare rechtszitting, waarbij hem alle waarborgen, nodig voor zijn verdediging, zijn toegekend.
(-1a) In Artikel 11 Absatz 1 der Allgemeinen Erklärung der Menschenrechte (AEMR) der Vereinten Nationen von 1948 ist festgelegt, dass jeder, „der einer strafbaren Handlung beschuldigt wird, [.] das Recht [hat], als unschuldig zu gelten, solange seine Schuld nicht in einem öffentlichen Verfahren, in dem er alle für seine Verteidigung notwendigen Garantien gehabt hat, gemäß dem Gesetz nachgewiesen ist“.