4. Als de Commissie van oordeel is dat de voor de Gemeenschap of een lidstaat beschikbare vangstmogelijkheden worden geacht te zijn opgebruikt, stelt zij de betrokken lidstaten daarvan in kennis en verzoekt zij hen de visserijactiviteiten te verbieden overeenkomstig de leden 1, 2 en 3.
(4) Entscheidet die Kommission, dass die verfügbaren Fangmöglichkeiten der Gemeinschaft oder eines Mitgliedstaats als ausgeschöpft gelten, so teilt sie dies den betreffenden Mitgliedstaaten mit und fordert sie auf, Fischereitätigkeiten gemäß den Absätzen 1, 2 und 3 zu verbieten.