B. overwegende dat in de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van 19 en 20 juni 2003 in Thessaloniki ondubbelzinnig werd toegezegd dat alle westelijke Balkanlanden tot de Europese Unie kunnen toetreden zodra zij aan de daartoe vastgestelde criteria voldoen; overwegende dat deze toezegging werd herhaald in de hernieuwde consensus over uitbreiding die op 14 en 15 december 2006 door de Europese Raad werd goedgekeurd, in de conclusies van de Raad over Servië van 25 oktober 2010, alsmede op de ministeriële ontmoeting tussen de EU en de westelijke Balkan op 2 juni 2010;
B. in der Erwägung, dass in den im Anschluss an die Tagung des Europäischen Rates vom 19./20. Juni 2003 in Thessaloniki veröffentlichten Schlussfolgerungen des Vorsitzes allen westlichen Balkanstaaten unmissverständlich zugesagt wurde, dass sie der Europäischen Union beitreten würden, sobald sie die festgelegten Kriterien erfüllen; in der Erwägung, dass diese Zusag
e in dem erneuerten Konsens über die Erweiterung, der auf der Tagung des Europäischen Rates vom 14. und 15. Dezember 2006 gebilligt wurde, und in den Schlussfolgerungen des Rates vom 25. Oktober 2010 zu Serbien sowie auf der Ministertagung EU-westlicher Balkan vom 2. Juni
...[+++]2010 wiederholt wurde;