- In de interpretatie volgens welke de artikelen 149, § 1, en 151 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, in de versie zoals gewijzigd bij decreet van 4 juni 2003 en voorafgaand aan de wijziging bij decreet van 27 maart 2009, bepalen dat het voorafgaande eensluidende advies van de
Hoge Raad voor het Herstelbeleid is vereist voor het instellen van de publieke herstelvordering bij d
e strafrechter maar niet voor het instellen van die vordering bij de burgerlijke rechter,
...[+++] schenden die bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
- Dahingehend ausgelegt, dass die Artikel 149 § 1 und 151 des Dekrets der Flämischen Region vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung, abgeändert durch das Dekret vom 4. Juni 2003 und vor der Abänderung durch das Dekret vom 27. März 2009, vorsehen, dass die vorherige gleich lautende Stellungnahme des Hohen Rates für die Wiederherstellungspolitik zur Erhebung der öffentlichen Wiederherstellungsklage beim Strafrichter erforderlich ist, nicht aber zur Erhebung dieser Klage beim Zivilrichter, verstossen diese Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.