1. Elke lidstaat waarvan de waterwegen in verbinding staan met die van een andere lidstaat en waarvan de vloot een tonnage heeft van meer dan 100000 ton, hierna te noemen "de betrokken lidstaat", richt in het kader van zijn nationale wetgeving en met zijn eigen bestuurlijke middelen een "fonds voor de binnenvaart", hierna genoemd het "fonds", op.
(1) Jeder Mitgliedstaat, dessen Wasserstraßen mit denen eines anderen Mitgliedstaats verbunden sind und dessen Flotte eine Kapazität von mehr als 100000 t aufweist, nachstehend "beteiligter Mitgliedstaat" genannt, errichtet im Rahmen seiner Rechtsvorschriften und mit eigenen Verwaltungsmitteln einen "Binnenschiffahrtsfonds", nachstehend "Fonds" genannt.