Ingevolge de verschillen die tussen de wettelijke bepalingen van de lidstaten inzake de vervroegde invrijheidstelling bestaa
n (zie bijlage III, punt 3), kan het voorkomen dat een veroordeelde onmiddellijk in vrijheid moet worden gesteld na zijn overbrenging naar de aangezochte staat: indien een persoon die in lidstaat A tot n
egen jaar gevangenisstraf is veroordeeld na vier jaa
r van zijn straf te hebben uitgezeten, verzoekt om overd
...[+++]racht van de tenuitvoerlegging naar lidstaat B, bestaat de mogelijkheid dat hij onmiddellijk in vrijheid moet worden gesteld omdat, volgens het recht van lidstaat B, vervroegde invrijheidstelling mogelijk is nadat bijvoorbeeld een derde (in casu 3 jaar) van de straf is uitgezeten.Aufgrund der unterschiedlichen Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die vorzeitige Entlassung (siehe Anhang III, Nr. 3) kann es vorkommen, dass ein Verurteilter unmittelbar nach seiner Überstellung in den ersuchten
Staat freigelassen werden müsste: Wenn eine Person, die in einem
Mitgliedstaat A zu neun Jahren Freiheitsstrafe verurteilt wurde, nach der Verbüßung von vier Jahren die Übertragung der Vollstreckung auf den Mitgliedstaat B beantragt, könnte sie unmittelbar freigelassen werden, wenn nach den Rechtsvorschriften des Mit
...[+++]gliedstaats B eine vorzeitige Entlassung nach Verbüßung z.B. eines Drittels der Haft (im vorliegenden Fall drei Jahre) möglich ist.