1. Indien een inspecteur ernstige redenen heeft om te geloven dat een vissersvaartuig een ernstige inbreuk in het kader van artikel 31 heeft gepleegd, brengt hij die inbreuk onmiddellijk ter kennis van de Commissie of een door haar aangewezen orgaan, van de bevoegde instanties van de vlaggenstaat van het geïnspecteerde vissersvaartuig en van de vlaggenstaat van overladende vaartuigen wanneer het geïnspecteerde vaartuig overladingsactiviteiten heeft verricht overeenkomstig artikel 29, lid 3, en stuurt een exemplaar naar het NEAFC-secretariaat.
(1) Hat ein Inspektor begründeten Anlass zu der Vermutung, dass ein Fischereifahrzeug einen schweren Verstoß gemäß Artikel 31 begangen hat, so teilt er diesen Verstoß im Einklang mit Artikel 29 Absatz 3 umgehend der Kommission oder der von ihr bezeichneten Stelle, den zuständigen Behörden des Flaggenstaats des inspizierten Fischereifahrzeugs und dem oder den Flaggenstaat(en) der abgebenden Schiffe im Falle von Umladungen mit und sendet eine Kopie an das Sekretariat der NEAFC.